Stoffen kun je indelen in dode en levende stoffen. Levende stof heeft levensverrichtingen.
Kenmerken levende stof: prikkelbaarheid, beweging, stofwisseling, groei, voortplanting.
Levende stoffen kun je indelen in: - aantal cellen (ééncellig of meercelling), grootte (micro- of macro-organismen), soort (dierlijk, plantaardig)
Natuurkunde = tijdelijke veranderingen van dode stoffen vb. water wordt ijs, maar ijs kan ook weer water worden.
Scheikunde = blijvende veranderingen van dode stoffen vb. hout verbrandt, er ontstaat as.
Biologie = gaat over de levende natuur vb. mensen, dieren en planten.