1.1 reading (16-9)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Hello V1KT1! :) 

Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Today

• Checking your homework 
• Grammar: personal pronouns
• Get to work  

Goals

• Weet je welke persoonlijke voornaamwoorden er in het Engels zijn.
• Heb je kunnen oefenen met de 
  woordjes van unit 1.1.
• Heb je goed meegedaan.

At the end of this lesson...

Checking your homework

Maken: Unit 1.1 exercises 1 - 4

Leren: Vocabulary unit 1.1

Open your workbook please! Ik kom langslopen om te kijken of je je huiswerk gemaakt hebt.

In de tussentijd klets je zachtjes met je buurman / buurvrouw. 

Geef me de vertaling van de volgende woorden:
1) vreemd
2) ouders
3) bril

Grammar: personal pronouns

Open your notebook! Take notes.

Grammar: personal pronouns

Dit zijn de verschillende personen in het Engels.

Personal pronouns

I am your English teacher.

You are a teenager.

He is very smart.

She is funny.

It is cold outside.

We are happy.

You are great students.

They are tall.

Ik

Jij

Hij

Zij (één vrouw/meisje)

Het

Wij

Jullie

Zij (meerdere mensen)

Ow*

Personal pronouns (schrijf op!)

I

You 

He 

She 

It 

We 

You 

They 

Ik (Let op! I schrijf je altijd met een hoofdletter!)

Jij

Hij

Zij (één vrouw/meisje)

Het

Wij

Jullie

Zij (meerdere mensen)

Enkelvoud

Meervoud

... (hij) is very nice.

1. I
2. You
3. He
4. She

... (zij, meervoud) are very shy.

1. She
2. They
3. We
4. I

... (jullie) are lovely students.

1. I
2. We
3. They
4. You

My dad loves pizza.
Wat kan je zeggen in plaats van 'my dad'?

1. I
2. She
3. He
4. You

Ms. Demir is very happy today.
Wat kan je zeggen in plaats van 'Ms. Demir'?

1. You
2. She
3. They
4. It

My sisters are very annoying.
Wat kan je zeggen in plaats van 'my sisters'?

1. They
2. It
3. We
4. You

Get to work

Do:

Exercises 5, 6.1, 6.2, 7a & 7b

How?

- Eerste 5 minuten in stilte

- Daarna mag je zachtjes overleggen

- Als je vragen hebt steek je je vinger op

- Tot het einde van de les

Wat zegt het onderwerp van een zin?

Wat zijn enkelvoud en meervoud?

Noem twee voorbeelden van personal pronouns in het Engels.

Homework

Noteer in je agenda voor maandag 20 september:

Leren: grammar 'personal pronouns' (tekstboek en aantekeningen)

Maken: opdrachten 5 t/m 7b