EVAL - lesweek 4 + 5

Vak: Evalueren (EVAL)
Semester: 4
Docenten: Samira Boulahri (228B) en Ikram Smaili (228A&C)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Evalueren (EVAL)
Semester: 4
Docenten: Samira Boulahri (228B) en Ikram Smaili (228A&C)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent geregistreerd worden. Ben je te laat? Geef dit dan door aan de docent. Doe dit aan het eind van de les.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik les 3
  • Huiswerk les 3
  • Lesdoel
  • Theorie
  • Het evalueren
  • Aan de slag
  • Huiswerk
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik les 3
Ga naar de vorige les en neem deze door.
Je hebt ongeveer 15 minuten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke stap/fase in het methodisch cyclus vindt het evalueren plaats?
A
Stap/fase 3
B
Stap/fase 4
C
Stap/fase 5
D
Stap/fase 6

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren kun je doen op veel manieren, op verschillende momenten, met verschillende doelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In het evaluatieplan beschrijf je?...

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is evalueren?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke situaties evalueer je?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat evalueer je?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer evalueer je?
A
aan het begin
B
aan het eind
C
aan het begin en tussentijds
D
aan het eind en tussentijds

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Je kan op methodische wijze verzamel je de gegevens die aansluiten bij het evaluatieplan.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd voor de theorie

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel evalueren
  • Koersbepaling: bepalen of doelen bereikt worden
  • Methode evaluatie: bepalen of een toegepaste methode gewerkt heeft
  • Beleving cliënten vaststellen: bijvoorbeeld beleving van regie over eigen leven
  • Wensen en behoeften inventariseren

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.2. Product- en procesevaluatie
  • Ga naar het boek 'Methodisch begeleiden'. Lees thema 6.2
Vic woont in een begeleidwonenhuis. Tot voor kort is hij elke dag met een busje naar school gebracht. Sinds een week gaat hij zelf met de fiets naar school. Dit heeft wel veel begeleiding gevergd. Gisteren hadden de collega’s die direct bij Vic betrokken zijn hun evaluatieoverleg. Het lukt Vic om zonder problemen en ongelukken zelfstandig naar school te fietsen (product). Blijkbaar vindt hij het heel spannend, want vanaf de eerste fietsdag heeft hij elke avond slechte zin en slaapt hij onrustig (proces).

Voorbeeld:
  • Productevaluatievraag: Lukt het Vic om zonder problemen en ongelukken zelfstandig naar school te fietsen
  • Procesevaluatuevraag: Vindt Vic het spannend om te fietsen? Hoe ervaart Vic het fietsen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productevaluatie
Je bepaalt of het doel, de resultaten, het effect of het product behaald zijn.

Bijvoorbeeld:
  • Kan Pim de juiste voorwerpen aanwijzen in het aanwijsprentenboek?
  • Kan Fieke zelfstandig met het OV van het wooncentrum naar het dagcentrum?

Wat staat er in het doel? Mogelijk kennis/inzicht? Vaardigheden? Houding? Soms overlapt dit elkaar.



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Procesevaluatie
Bij procesevaluatie kijk je terug op de voortgang van het proces. Hierbij staan deze vragen centraal:
  • Was de beginsituatie juist ingeschat?
  • Zijn de juiste hulpmiddelen gekozen?
  • Was de opdracht motiverend om aan te werken?
  • Was er genoeg afwisseling tussen inspanning en ontspanning?
  • Is er volgens plan gewerkt?
  • Waren de taken goed verdeeld?
  • Hoe was de sfeer?
  • Waren er tijdens de uitvoering onverwachte situaties? Zo ja, hoe is daarmee omgegaan?


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.3. Evaluatiecriteria
  • vooraf opgesteld punt;
  • waarop je je beoordeling baseert;
  • bijvoorbeeld: zes van de tien vragen goed is een voldoende;
  • meerdere vooraf opgestelde punten evalueren;
  • De evaluatiecriteria stel je vooraf op. Ze geven aan waaraan het project, het product of de handeling moet voldoen.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6.3. Evaluatiecriteria
Peter werkt in de verslavingszorg. Hij geeft volgende week een structuurtraining aan een groep van vier afgekickte cliënten om ze te leren hoe zij hun dag kunnen invullen. Hij is erg druk geweest met het opzetten van de training. De training is voor hem geslaagd als twee van de vier afgekickte cliënten een dagprogramma voor zichzelf kunnen opstellen. Minstens een van de afgekickte cliënten moet zich binnen twee maanden aan het opgestelde dagprogramma houden, dankzij de training.

Peter heeft twee criteria opgesteld:

  • Benoem die...

Slide 19 - Tekstslide

Twee deelnemers kunnen na de training voor zichzelf een dagprogramma opstellen.
Eén deelnemer houdt zich na twee maanden aan het opgestelde dagprogramma.
6.4. Manieren om te evalueren
  • Interview met cliënt(en)
  • Gesprek met cliënt(en)
  • Groepsdiscussie
  • Observatie
  • Vragenlijst/enquête
  • Opdracht
  • Werkstuk


Slide 20 - Tekstslide

Twee deelnemers kunnen na de training voor zichzelf een dagprogramma opstellen.
Eén deelnemer houdt zich na twee maanden aan het opgestelde dagprogramma.
Verwerkingsopdrachten
Maak:
  • Opdracht 1. Leren van evalueren
  • Opdracht 2. Evaluatie-ervaring
  • Opdracht 3. Evalueren
  • Opdracht 4. Product- en procesevaluatie

Slide 21 - Tekstslide

Twee deelnemers kunnen na de training voor zichzelf een dagprogramma opstellen.
Eén deelnemer houdt zich na twee maanden aan het opgestelde dagprogramma.
Aan de slag
Ga nu zelfstandig aan het evaluatieplan of je ondersteuningsplan.

Slide 22 - Tekstslide

Twee deelnemers kunnen na de training voor zichzelf een dagprogramma opstellen.
Eén deelnemer houdt zich na twee maanden aan het opgestelde dagprogramma.
Vragen
????????????????????

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies