Duitse lidwoorden - der, die, das

Wat gaan we vandaag doen?
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMBOStudiejaar 1-4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?

Slide 1 - Tekstslide

der = mannelijk (männlich)
- männliche Personen, Tiere, Berufe
- Tage und Monate
- Jahreszeiten, Himmelsrichtungen
- Alkohol, Automarken
- Wörter auf -e die eine Person oder ein Tier bezeichnen
- Wörter auf -ant, -ent, -eur, -ist, -ismus und -or

Slide 2 - Tekstslide

die = vrouwelijk (weiblich)
- weibliche Personen, Tiere, Berufe
- die meisten Bäume, Blumen und Früchte
- Wörter auf -heit, -keit, -in, -schaft, -ung en -ion

Slide 3 - Tekstslide

das = onzijdig (sachlich)
- Wörter die Kinder oder junge Tiere bezeichnen
- Wörter auf -chen, -um und -lein

Slide 4 - Tekstslide



der, die of das?

... Melone

Slide 5 - Tekstslide



der, die of das?

... Kater

Slide 6 - Tekstslide



der, die of das?

... Krankenhaus

Slide 7 - Tekstslide



der, die of das?

... Sängerin

Slide 8 - Tekstslide



der, die of das?

... Hotel

Slide 9 - Tekstslide



der, die of das?

... Hahn  

Slide 10 - Tekstslide



der, die of das?

... Schauspieler 

Slide 11 - Tekstslide



der, die of das?

... Tankstelle

Slide 12 - Tekstslide