In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Zelftoets Methodiek
Periode 1: Oriëntatie
Slide 1 - Tekstslide
Wat is methodisch werken?
A
Werken op een gezonde manier
B
Werken volgens vooraf bepaalde stappen
C
Werken in de kinderopvang
D
Werken op jouw manier
Slide 2 - Quizvraag
Welke betekenis hoort waarbij?
Agogiek
Pedagogiek
Welzijn
De mate van welbevinden
De wetenschap van het gedrag van mensen
De wetenschap van de opvoeding van kinderen
Slide 3 - Sleepvraag
Wat bedoelen we met 'Horizontale groepen' in de kinderopvang?
A
Groepen voor kinderen die extra zorg nodig hebben
B
Kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in de groep
C
Groepen voor peuters
D
Groepen met kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd bij elkaar
Slide 4 - Quizvraag
Met een diploma 'Onderwijsassistent' mag je werken in: (meerdere goed)
A
Het basisonderwijs
B
Het middelbaar onderwijs
C
Het speciaal onderwijs
D
Het voortgezet onderwijs
Slide 5 - Quizvraag
Met een diploma 'Pedagogisch Mederwerker niveau 3' mag je werken bij: (meerdere goed)
A
De BSO
B
Jeugdzorg
C
Het kinderdagverblijf
D
De peuterschool
Slide 6 - Quizvraag
Welke omschrijving van taken hoort waarbij?
Onderwijsassistent
Pedagogisch medewerker (niv. 3)
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker (niv. 4)
Observeren van kinderen, leerkracht ondersteunen, helpen met huiswerk, activiteiten voorbereiden
Observeren van kinderen, activiteiten voorbereiden, kinderen verzorgen
Observeren van kinderen, activiteiten voobereiden, VVE uitvoeren, extra ondersteuning geven
Slide 7 - Sleepvraag
Cluster 1 in het speciaal onderwijs is voor:
A
Kinderen die slechtziend/blind zijn
B
Kinderen die slechthorend/doof zijn
C
Kinderen met een beperking/ langdurende ziekte
D
Kinderen met gedragsproblematiek
Slide 8 - Quizvraag
Cluster 4 in het speciaal onderwijs is voor:
A
Kinderen die slechtziend/blind zijn
B
Kinderen die slechthorend/doof zijn
C
Kinderen met een beperking / langdurige ziekte
D
Kinderen met gedragsproblematiek
Slide 9 - Quizvraag
Simon (5 jr.) heeft een meervoudige beperking, waardoor hij functioneert op het niveau van een kind van 6 maanden. Welke vorm van opvang/onderwijs is geschikt voor hem?
A
De reguliere kinderopvang
B
SBO cluster 2
C
Internaat
D
Medisch KDV
Slide 10 - Quizvraag
Je bent klaar met dit deel van de toets!
- Haal het blad met de rest van de toets op bij de docent
- schrijf de score van deze toets op het toetsblad wat je krijgt