In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Herhaling § 4.1 tm § 4.3
Schakelschema, serie- en parallelschakeling
gemengde schakeling,
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
In een schakelschema geef je elektrische componenten weer met symbolen.
Schakelschema
Batterij
Lampje
Schakelaar
Snoeren
Slide 3 - Tekstslide
Schakelschema
Het schakelschema
Een tekening van een schakeling, noem je een schakelschema. Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. Er zijn symbolen voor een batterij, een schakelaar en een lamp.
Slide 4 - Tekstslide
symbolen voor schakelschema's
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
4.3 Schakelingen
Slide 7 - Tekstslide
De serieschakeling
In de volgende video leer je hoe een serieschakeling is opgebouwd en wat er met de spanning en stroomsterkte gebeurt.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Kenmerken serie schakelingen
De stroomsterkte is overal gelijk.
De spanning verdeelt zich.
Valt een apparaat uit, dan valt alles uit.
Toepasing; kerstlampjes, batterijen in speelgoed.
Slide 10 - Tekstslide
De parallelschakeling
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Kenmerken parallelschakeling
De spanning is overal gelijk.
De stroom splitst zich op.
Als één apparaat stuk is blijft de ander werken. Toepassing: lampen in het lokaal, stopcontacten.
Slide 13 - Tekstslide
De gemengde schakeling
Lamp 1 brandt het felst.
Draai je 1 los, dan valt alles uit.
Draai je 2 of 3 uit, dan valt alleen deze lamp uit.
Slide 14 - Tekstslide
6 Welk lampje valt uit als je:
a 2 losdraait ?
b 4 losdraait ?
c 1 losdraait ?
Slide 15 - Tekstslide
De gemengde schakeling
Slide 16 - Tekstslide
3 Teken het schakelschema
Slide 17 - Tekstslide
5 Leg uit welke lamp (en) branden als je:
a Alleen a sluit
b Alleen b sluit
Slide 18 - Tekstslide
7 Bepaal de stroomsterkte op plek A.
Slide 19 - Tekstslide
Serieschakeling of parallelschakeling?
A
serie-schakeling
B
parallel-schakeling
Slide 20 - Quizvraag
Hoe is de schakeling geschakeld?
A
In serie
B
Parallel
Slide 21 - Quizvraag
Wat voor soort schakeling is dit?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling
D
combinatie van serie en parallel
Slide 22 - Quizvraag
serie-schakeling of paralel-schakeling?
A
serie-schakeling
B
paralel-schakeling?
Slide 23 - Quizvraag
Als in een parallelschakeling een apparaat kapot gaat, werken de andere apparaten in de schakeling ook niet meer.