check plaattektoniek

Welkom 
Je krijgt een kennischeck 
van plaattektoniek
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
Je krijgt een kennischeck 
van plaattektoniek

Slide 1 - Tekstslide

Met plaattektoniek bedoelen we.....
A
het bewegen van aardkorstplaten
B
het botsen van aardkorstplaten
C
het uit elkaar drijven van aardkorstplaten

Slide 2 - Quizvraag

Goed of fout? India heeft altijd vast gezeten aan het continent Azië.
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

Pangea is het gebied......
A
waarbij alle continenten aan elkaar vast hebben gezeten
B
waarbij alle continenten los van elkaar lagen

Slide 4 - Quizvraag

Ten noorden van India is de Himalaya ontstaan. Dit hooggebergte is......
A
ooit een zeebodem geweest
B
nooit een zeebodem geweest

Slide 5 - Quizvraag

De Himalaya is.....
A
ontstaan door plaattektoniek
B
niet ontstaan door plaattektoniek

Slide 6 - Quizvraag

Het zand en klei op de zeebodem is daar gebracht door .....
A
het ijs vanuit de bergen
B
de rivieren vanuit de bergen
C
de wind vanuit de bergen

Slide 7 - Quizvraag

Goed of fout? Hoge bergen kunnen ooit zeebodems zijn geweest.
A
Goed
B
Fout

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer twee aardkorstplaten naar elkaar toe bewegen dan zal de tussenliggende oceaanbodem......
A
recht blijven liggen
B
in elkaar drukt worden (plooien)

Slide 9 - Quizvraag

Graniet is een voorbeeld van een......
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente

Slide 10 - Quizvraag

Leisteen (samengeperste klei) en zandsteen (samengeperst zand) zijn voorbeelden van een
A
sedimentgesteente
B
stollingsgesteente

Slide 11 - Quizvraag

Dit gebergte bestaat uit hoge, spitse bergtoppen.
A
oud gebergte
B
jong gebergte

Slide 12 - Quizvraag

Een hooggebergte is altijd een.....
A
oud gebergte
B
jong gebergte

Slide 13 - Quizvraag

In een........is weinig reliëf (hoogteverschil).
A
oud gebergte
B
jong gebergte

Slide 14 - Quizvraag

Hoog in de bergen liggen veel losse stenen. Dit zijn daar terechtgekomen door.....
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 15 - Quizvraag

welke vulkaan bij subductie?
A
schild vulkaan
B
strato vulkaan
C
hotspot
D
caldera vulkaan

Slide 16 - Quizvraag

Een vulkaan die niet meer kan uitbarsten is een
A
Actieve vulkaan
B
Slapende vulkaan
C
Dode vulkaan

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een schildvulkaan?
A
Een hoge vulkaan
B
Een lage vulkaan
C
Een lage brede vulkaan
D
Een hoge dunne vulkaan

Slide 18 - Quizvraag

Een slapende vulkaan is:
A
Een vulkaan die misschien gaat uitbarsten
B
een snurkende vulkaan
C
een vulkaan met een dichte krater
D
Een vulkaan net is actief is geweest.

Slide 19 - Quizvraag

Welke vulkaan heeft explosieve uitbarstingen?
A
Schildvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Actieve vulkaan
D
Slapende vulkaan

Slide 20 - Quizvraag

Welke type vulkaan heeft steile hellingen?
A
Strato vulkaan
B
Caldera vulkaan
C
Spleetvulkaan
D
Schildvulkaan

Slide 21 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding. Wat voor soort vulkaan verwacht je bij IJsland?
A
Schildvulkaan
B
Stratovulkaan
C
Caldeira vulkaan

Slide 22 - Quizvraag

Bij van welke vulkanen komen de heftigste aardbevingen voor?
A
Schild vulkaan
B
kegel vulkaan

Slide 23 - Quizvraag

een oude ingestorte vulkaan
A
caldera
B
black smoker
C
tipi vulkaan
D
lapilli krater

Slide 24 - Quizvraag

Een vulkaan die ontstaat bij divergente platen is een explosieve vulkaan
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Kijk naar de vorm van deze vulkaan.
Dit is een:
A
hotspot
B
slapende vulkaan
C
schildvulkaan
D
stratovulkaan

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet dit type vulkaan?
A
Caldeira
B
Schildvulkaan
C
Spleeteruptie
D
Stratovulkaan

Slide 27 - Quizvraag

Een stratovulkaan is een explosieve vulkaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Welke natuurverschijnselen ontstaan er als een oceanische (zee) plaat onder een continentale (land)plaat duikt?
A
vulkaan e n een trog
B
vulkaan, aardbeving en trog
C
gebergte , trog en vulkaan
D
Trog, vulkaan, gebergte en aardbeving

Slide 29 - Quizvraag

Een caldeiravulkaan is een nieuwe vulkaan
A
Niet waar
B
Waar

Slide 30 - Quizvraag

Aardbeving
A
Endogeen
B
Exogeen

Slide 31 - Quizvraag

Hoe heet een aardbeving onder de zee?
A
Aardbeving
B
Oceaanbeving
C
Aardbeving onder zee
D
Zeebeving

Slide 32 - Quizvraag


Waar ontstaat een aardbeving?
A
epicentrum
B
hypocentrum

Slide 33 - Quizvraag

Een aardbeving van 5,0 is zwaarder dan een aardbeving van 8,5.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het epicentrum?
A
Het aardoppervlak recht boven de aardbeving.
B
Een aardbeving in de zee.
C
Een heftige aardbeving.
D
Het begin van een tsunami.

Slide 35 - Quizvraag

Een hotspot is een soort aardbeving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Waar aardbeving voorkomen zijn ook altijd vulkanen
A
Juist
B
onjuist

Slide 37 - Quizvraag


Wat ontstaat hier?
A
aardbeving
B
tsunami
C
midoceanische rug
D
orkaan

Slide 38 - Quizvraag

Wat geeft de schaal van Mercalli aan?
A
De kracht van een aardbeving
B
De schade die een aardbeving veroorzaakt
C
Hoe lang de aardbeving duurt
D
De diepte van een aardbeving

Slide 39 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
Een aardbeving is het gevolg van een tsunami
B
Een tsunami is het gevolg van een aardbeving
C
Een aardbeving en tsunami gebeuren tegelijkertijd
D
Een aardbeving en tsunami hebben niks met elkaar te maken

Slide 40 - Quizvraag

Wie kunnen een aardbeving voorspellen?
A
Seismoloog
B
Seismograaf
C
metereoloog
D
Klimatoloog

Slide 41 - Quizvraag

Stromend water schuurt de bodem uit. Dit noemen we
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 42 - Quizvraag

Goed zo!  
Je hebt de kennis-check 
afgerond. Ga verder met leren van de B-nummers 

Slide 43 - Tekstslide