les 3 Sociaal netwerk en participatie

Sociaal netwerk en participatie 3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WP 6 Sociaal netwerk en participatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Sociaal netwerk en participatie 3

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: 
- Herhalen vorige week
- Uitleg netwerkcirkel 
- Opdracht netwerkcirkel 
- Huiswerk: Maak een netwerkcirkel.
Ecogram Genogram

Slide 2 - Tekstslide

Netwerkcirkel 

Slide 3 - Tekstslide

Familie: broers, zussen, nichten, neven, etc. 
clientcontacten: mensen uit het verzorgingshuis, leren kennen bij therapie, etc. 
professionele contacten: huisarts, activiteitenbegeleiding, collega's  
samenleving: overige bekenden, buren, mensen van de bingo, etc.

Slide 4 - Tekstslide

De gele stip: 

Is de persoon waarvoor de netwerkcirkel gemaakt wordt 

Slide 5 - Tekstslide

Intimiteit: 

- Mensen die je het aller-dierbaarst zijn, die je door dik en dun steunen. 

- Mensen die voor jou "onmisbaar" zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Vriendschap:

- Andere mensen die dicht bij de cliënt staan. 

- Ze weten waar hij mee bezig is.
 
- Ze kennen een aantal van zijn zorgen en zwakke plekken. 

- Ze wensen dat het goed met hem gaat. 

Slide 7 - Tekstslide

Bekenden:

- De cliënt kent deze mensen wel, maar ze staan niet echt dichtbij hem. 

- Ze kennen elkaar, spreken met elkaar af, maar ze komen niet vaak bij elkaar over de vloer.

Slide 8 - Tekstslide

Diensten:

- De relatie tussen de persoon en deze cliënt is functioneel. 

- De cliënt maakt gebruik van diensten. 

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1 : Een netwerkkaart maken voor een cliënt. 

Maak een netwerkcirkel voor jezelf. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Sociale netwerken
Aan de slag met sociale netwerken
https://www.vilans.nl/vilans/media/documents/producten/aan-de-slag-met-sociale-netwerken.pdf

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak een netwerkcirkel  voor iemand anders. 

Let daarbij op: Welke vragen stel je om zo veel mogelijk 

 Wat zijn de verschillen tussen een  netwerkcirkel en een genogram en ecogram?

Slide 13 - Tekstslide