In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lezen hoofdstuk 2
Aan het einde van deze les weet je weer...
wat voor soort interviewverslagen er zijn;
de functies van een inleiding en een slot;
samenvattend tekstverband.
Slide 1 - Tekstslide
letterlijk interviewverslag
samenvattend interviewverslag
Duidelijke vragen
Letterlijke antwoorden
Veel samengevat
Af en toe een letterlijke uitspraak
Slide 2 - Sleepvraag
Opdracht
Lees tekst 1 op blz. 88 verkennend
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 4 - Open vraag
Wat is het tekstdoel?
A
informerend
B
overtuigend
C
amuserend
D
activerend
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
amuserende tekst
D
activerende tekst
Slide 6 - Quizvraag
Heeft de tekst een tweedeling of een driedeling?
A
tweedeling (inleiding en middenstuk)
B
driedeling (inleiding, middenstuk en slot)
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de bron en wie is de schrijver?
Slide 8 - Open vraag
Wat voor type interviewverslag is tekst 1?
A
letterlijk interviewverslag
B
samenvattend interviewverslag
Slide 9 - Quizvraag
Opdracht
Lees alinea 1 t/m 3 van tekst 1 nauwkeurig.
Slide 10 - Tekstslide
Hoe kwam het dat Julia al op jonge leeftijd wist dat ze uitvoerend danseres wilde worden?
Slide 11 - Open vraag
Welke eigenschap heb je naast danstalent nodig om te slagen als danseres?
Slide 12 - Open vraag
Opdracht
Lees alinea 4 t/m 6 van tekst 1 nauwkeurig.
Slide 13 - Tekstslide
Welke twee redenen noemt Julia om voor DeDJDD te kiezen?
Slide 14 - Open vraag
Hoe komt het dat Julia zich thuis voelt bij DeDJDD? Haal je antwoord uit alinea 5 en 6.
Slide 15 - Open vraag
Waar of niet waar? Leg je antwoord uit. "DeDJDD wil alleen maar mooie voorstellingen maken."
Slide 16 - Open vraag
Lezen hoofdstuk 2
Aan het einde van deze les weet je weer...
wat voor soort interviewverslagen er zijn;
de functies van een inleiding en een slot;
samenvattend tekstverband.
Slide 17 - Tekstslide
Functies inleiding
aandacht trekken
onderwerp introduceren
aanleiding noemen
centrale vraag stellen
mening van de schrijver geven
samenvatting van de inhoud geven
Functies slot
conclusie geven
samenvatting geven
advies geven
Slide 18 - Tekstslide
Een inleiding is vooral bedoeld om aandacht te trekken. Noem nog een functie die bijna elke inleiding heeft.
Slide 19 - Open vraag
"Drie jongens zijn donderdag zwaargewond geraakt aan hun handen toen vuurwerk ontplofte. Dit gebeurde in Amsterdam, Den Haag en Prinsenbeek." Wat is de functie van deze inleiding?
A
Het onderwerp noemen
B
De aanleiding noemen
C
De mening van de schrijver geven
D
Een samenvatting van de inhoud geven
Slide 20 - Quizvraag
Lezen hoofdstuk 2
Aan het einde van deze les weet je weer...
wat voor soort interviewverslagen er zijn;
de functies van een inleiding en een slot;
samenvattend tekstverband.
Slide 21 - Tekstslide
Signaalwoorden: kortom, samenvattend, al met al
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht
Lees tekst 2 op blz. 92 verkennend
Slide 23 - Tekstslide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 24 - Open vraag
Wat is het tekstdoel?
A
informerend
B
overtuigend
C
amuserend
D
activerend
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
amuserende tekst
D
activerende tekst
Slide 26 - Quizvraag
Heeft de tekst een tweedeling of een driedeling?
A
tweedeling (inleiding en middenstuk)
B
driedeling (inleiding, middenstuk en slot)
Slide 27 - Quizvraag
Wat is de bron en wie is de schrijver?
Slide 28 - Open vraag
Wat voor type interviewverslag is tekst 2?
A
letterlijk interviewverslag
B
samenvattend interviewverslag
Slide 29 - Quizvraag
Noteer de drie functies van de inleiding van tekst 2.
Slide 30 - Open vraag
Opdracht
Lees tekst 2 nauwkeurig
Slide 31 - Tekstslide
In alinea 2 staan een conclusie en een oorzaak. Wat is de conclusie en wat is de oorzaak?
Slide 32 - Open vraag
Wat is de kernzin van alinea 3? Noteer het eerste en laatste woord.
Slide 33 - Open vraag
Hoeveel redenen noemt de schrijver waarom sociale media de nachtrust verstoren?
Slide 34 - Open vraag
Noteer de signaalwoorden waaraan je de opsomming herkent.