Libre Service 1 unité 1

Bienvenue
Classe
V1B
Vendredi
Le 30 septembre
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue
Classe
V1B
Vendredi
Le 30 septembre

Slide 1 - Tekstslide

Unité 1
Bonjour! 
Wat hebben we vorige keer gedaan? 

Grammaire 1 = werkwoord 'être'  --> zijn 
Na dit onderdeel kun je de vormen van het onregelmatige werkwoord zijn gebruiken. 

Slide 2 - Tekstslide

Ken je de vormen van être al?! 
Zing dan mee...

Slide 3 - Tekstslide

GRAMMAIRE 1
CORRIGER EXERCISES 8 A t/m D

Slide 4 - Tekstslide

ECOUTER 
Na dit onderdeel begrijp je hoe Fransen elkaar begroeten en kun je dat zelf ook. 

MAKEN EXERCISES 9 T/M 14 
HOE? 

Slide 5 - Tekstslide

Kun je nu zelf begroeten? 
Zing dan mee


Slide 6 - Tekstslide

Welke woordjes ken je al? 
Ga naar 'APPRENDRE'S' OP P. ...
LUISTER EN LEER DE WOORDJES

Welke woordjes zijn 'le'-woorden en welke zijn 'la' woorden? Je schrijft van allebei 3 voorbeelden op. 

Slide 7 - Tekstslide

Ik ben ...
A
je suis
B
j'ai
C
je m' appelle
D
tu t'appelles

Slide 8 - Quizvraag

Nous sommes ...
A
Wij gaan
B
Wij heten
C
Wij zijn
D
Wij hebben

Slide 9 - Quizvraag

la maison
A
de winkel
B
het huis
C
de jongen
D
het appartement

Slide 10 - Quizvraag

L'arrondissement
A
Het appartement
B
Het hotel (Parijs)
C
De straat
D
Het stadsdeel (Parijs)

Slide 11 - Quizvraag

Wat hebben jullie gemaakt...
Kijken en luisteren naar de klas

https://classroom.google.com/c/NTUwNjc5MTkxMzc5

Slide 12 - Tekstslide

Bienvenue
Classe
V1B
Mercredi
Le 5 octobre

Slide 13 - Tekstslide

je suis
A
ik ben
B
jij bent

Slide 14 - Quizvraag

nous sommes
A
de sommen
B
wij zijn
C
jullie zijn
D
de snoepjes

Slide 15 - Quizvraag

le garçon
A
de jongen
B
het meisje
C
de vrouw
D
de man

Slide 16 - Quizvraag

l'ami
A
de vriend
B
de vriendin

Slide 17 - Quizvraag

l'amie
A
de vriend
B
de vriendin

Slide 18 - Quizvraag

nee
A
non
B
oui
C
no
D
pas

Slide 19 - Quizvraag

ça va?
A
Hoe gaat het?
B
Hoe heet je?
C
Hoe oud bent je?
D
Waar woon je?

Slide 20 - Quizvraag

La classe. La betekent....
A
de
B
een
C
het
D
groot

Slide 21 - Quizvraag

Le garçon. Le =
A
de
B
het
C
een
D
klein

Slide 22 - Quizvraag

La fille. La =
A
de
B
het
C
een
D
groot

Slide 23 - Quizvraag

Het Franse Lidwoord
Le, La, l'
un, une, des

Slide 24 - Tekstslide


A

Slide 25 - Quizvraag