Einde Unidad 2 - begin Unidad 3!

• Spaans
• WO
• Middelbare school
• Studiejaar 5

Qué vamos a hacer hoy?

14:30-14:40 – klein woordenschat-check uit het boek

14:40-14:55 – Kunst en geschiedenis, el Guernica.

14:55 - 15:10 - de 5 meest belangrijke onregelmatige werkwoorden

15:10 - 15:15 - quiz

15:15– 15:25 – oefening van het werkboek (huiswerk)

+5 minuut pauze

15:25 - 15:35 la vida de Encina, luisteroefening

15:35 +++ tu vida / su vida / of een gebeurtenis 

15:45 +++ vragen - inlichting voor de luistertoets ???

martes, 9 de febrero de 2021. 

El objetivo de hoy es practicar todos los audios de la Unidad 2 del libro Gente Joven 2

Hoe vond je de audio's in een moeilijkheidsgraad?

0100

Hoe ging het met de audio's?

tevredenheid met de whatsapp audio's

😒🙁😐🙂😃

Wat is een "cotilla"?

1. een type venster
2. een rodelaar
3. een vriendje
4. een kip

wat is het tegendeel van ganar?

1. probar
2. comer
3. perder
4. salir

als je een mudanza doet, ga je...

1. vechten
2. verhuizen
3. diplomeren
4. repeteren

Wat is repeteren?

1. ensayar
2. entablar
3. repetir
4. intentar

La peña del garaje

druk op the play knop links om te luisteren. Tekst op p.14 (libro)

De volgende vragen zijn een indicatie van jullie begrip van grammatica en ik zal ze als een micro-SO gebruiken, Vanaf volgend kwartaal gaan wij de laatste verleden tijd in het Spaans.

(Grammatica)
AYER
dit signaalwoord hoort bij:

1. presente perfecto
2. indefinido
3. futuro
4. condicional

Hoe wordt el presente perfecto vervoegd?
gebruik het voorbeeld: ik heb gegeten

Nog een keer met TENER

INDEFINIDO: "je ging"

1. fui
2. fueron
3. fuiste
4. fue

Vervoeg in de indefinido:
Yo (compr-ar)

1. compro
2. compré
3. compraste
4. compró

Het signaalwoord/de tijdsaanduiding 'hace (mucho tiempo)' hoort bij de:

1. Presente perfecto
2. Indefinido
3. imperfecto
4. presente

presente perfecto of indefinido?
Mi profesora ahora me ..................... (dar) una buena nota.

1. he dado
2. di
3. ha dado
4. dio

p.20 werkboek, ejercicio 7

El plan:

 -Ver video 'El Guernica'

- Quién es Picasso? - pagina 

 - onregelmatige werkwoorden

Wie is Pablo Picasso?

Spaanse kunstenaar uit Malaga, hij woonde in Barcelona en vond Kubismus uit. Hij verhuist naar Parijs t.g.v. de Spaanse dictatuur.

Guernica is een enorm schilderij: het is 3,49 m hoog en 7,76 m breed. Pablo Picasso maakte dit schilderij van de stad Guernica, nadat het gebombardeerd was (door Duitse bommenwerpers) tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939).

Zoals je op de foto rechtsonder kunt zien, werd de stad grotendeels verwoest.

De mensen, dieren en dingen op het schilderij zien er niet realistisch ('echt') uit. Pablo Picasso probeerde het gevoel tijdens het bombardement over te brengen, niet zoals het eruitzag.

Het schilderij laat de stad Guernica zien tijdens het bombardement van 1937. Toen het bombardement begon was de wekelijkse markt aan de gang.

De Spaanse generaal Franco had aan Adolf Hitler gevraagd of hij kon helpen om tegenstanders te verslaan. Voor Hitler was dit, net voor de Tweede Wereldoorlog, een perfecte kans om de bommenwerpers van de Luftwaffe uit te proberen.

Het schilderij is in lijnen en vlakken in zwart, wit en grijs geschilderd om de oorlog uit te drukken.

De man met een afgebroken zwaard is een symbool voor een gesneuvelde soldaat

De lamp op het schilderij staat symbool voor de explosies en het bombardement in Guernica.

Het paard drukt de angst uit en is het symbool voor de onschuldige slachtoffers in de oorlog.

De moeder met het dode kind symboliseert het verdriet om de gesneuvelden.

El Guernica 

Welke werkwoorden zijn in het verleden? (Schrijf de werkwoorden op. )

Actividades p. 26 (vocabulario blz. 106)

2.b ¿Wat voor gevoelens heb je als je naar dit schilderij kijkt?

tristeza, amor, dolor, aventura, rabia

2.c ¿Kies een titel voor het schilderij (of bedenk zelf een titel)?

Primavera, Inverno, Oscuridad, Grito, Paz y Amor...

Guerra Civil 

La Guerra civil española ocurrió desde 1936 a 1939.

Antes de la guerra España fue una república desde 1931 a 1939, una época muy inestable.  En las elecciones de 1936 ganó la izquierda pero siguieron los enfrentamientos entre izquierda y derecha que acabaron en una Guerra Civil. Ganaron las tropas de Francisco Franco. Este fue el dictador en España desde 1939 hasta 1975

Wie tegen wie?

Nationalisten o.l.v. Franco

conservatief

hogere officieren van het leger

Guardia Civil

monarchisten

Katholieke kerk

Falange (soort fascistische partij)

Steun van Hitler en Mussolini

Grootgrondbezitters en rijke industriëlen

Republikeinen

progressief

arbeiders en boeren 

geïnspireerd door de Russische Revolutie

socialisten en communisten

steun van de Sovjet Unie 

Internationale Brigade

¿Cuándo empezó la Guerra Civil Española?

1. 1492
2. 1898
3. 1936
4. 1945

Wat is een ander woord voor "terminó"?

1. terminió
2. acabó
3. subyugó
4. eindinó

¿Cuándo terminó la Guerra Civil Española?

1. 1939
2. 1945

¿Cuándo acabó la Guerra Civil Española?

1. 1931
2. 1939

¿Qué partidos lucharon?

1. communisten vs kapitalisten
2. nationalisten vs republikeinen
3. anarchisten vs fascisten
4. Catalanen vs Basken

1 - Wie kwam er na de Spaanse Burgeroorlog aan de macht in Spanje?
2 - Hoe regeerde hij in Spanje.
3 - Tot wanneer was hij aan de macht?

Sommige onregelmatige werkwoorden te onthouden

                             ser =     zijn

                             ir=          gaan

                             tener = hebben

                             estar=   zijn (emoties, locatie)

                             hacer= doen

wij discuteren alleen de indefinido:

GROEP 1   gewoon als onregelmatig als zijn

ser en ir = fui - fuiste - fue... (wat nog?)

hacer = hice - hici___ - hizo... 

GROEP 2   a, e, o naar > u                  --> tener, estar

tener = _____- ______- ______ - tuvimos, tuvistéis, tuvieron.

estar = 

*morir verandert naar u v.a de 3e persoon "murió", zie Guernica 

estar

estuve, estuviste, estuvo

Hicimos, hicisteis, hicieron

meervoud is altijd regelmatig: -imos. -isteis -ieron

Weet je of deze werkwoorden regelmatig of onregelmatig zijn? Sleep de werkwoorden naar de juiste kolom.

Regelmatig

Onregelmatig

trabajar

escribir

ser

querer[i]

poder[u]

tener

cantar

aprender

escucha la vida de Encina. P. 27

La vida de Encina

A los cinco, el día de su primera comunión

El día de su boda, a los 33 años

De joven, haciendo un curso de submarinismo

A los 41 años, con sus dos hijas, vestida de flamencas

Schrijf een bio of gebeurtenis?

(project vacanties)

-Gebruik het verleden zoveel mogelijk

-Gebruik de werkwoorden/vocabulaire van je boek 

Instructies in de volgende dia

https: