Auto lampen

• Voertuigentechniek
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

5.2 Lampen

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een gloeilamp werkt en waaruit deze is opgebouwd.

Aan het einde van de les kun je het verschil tussen een gloeilamp en een halogeenlamp beschrijven.

Aan het einde van de les kun je het concept en de voordelen van duplolampen benoemen.

Aan het einde van de les kun je de werking en de voordelen van xenonverlichting uitleggen.

Aan het einde van de les kun je de voorzorgsmaatregelen bij het vervangen van een halogeenlamp opsommen.

Wat weet je al over verschillende soorten lampen?

Opbouw en werking van de gloeilamp

Gloeilampen creëren licht door een gloeispiraal van wolfraam die door weerstand opwarmt en licht en warmte uitstraalt.

Kenmerken en gebruik van duplolampen

Duplolampen bevatten twee gloeidraden met verschillende vermogens voor verschillende functies zoals dimlicht en grootlicht.

Beschrijving en eigenschappen van halogeenlampen

Halogeenlampen zijn gevuld met gas, gaan langer mee en mogen niet met blote vingers aangeraakt worden.

Werking en voordelen van xenonverlichting

Xenonverlichting, met een lichtboog tussen twee elektroden, geeft veel licht, heeft een lange levensduur en is energiezuinig.

Definitielijst

Gloeilamp: een lamp waarbij licht ontstaat door het gloeien van een wolfraamdraad door elektrische weerstand

Duplolamp: een lamp met twee gloeidraden voor verschillende lichtfuncties

Halogeenlamp: een gasgevulde lamp die langer meegaat en meer licht geeft dan een standaard gloeilamp

Xenonverlichting: een type verlichting dat werkt met een lichtboog tussen twee elektroden en gebruikmaakt van xenon gas

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.