H8: tekststructuur

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R Je weet wat de functie is van een heldere indeling in inleiding, kern en slot
  2. T1 Je kunt de functie van tekstdelen herkennen en vinden in de tekst
  3. T2 Je kunt uitleggen waarom een inleding passend is
  4. I


*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Slide 2 - Tekstslide

5 Tekststructuren

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen § 5
  1. Ik weet wat een vaste tekststructuur is en welke zeven vaste tekststructuren er zijn.
  2. Ik kan me oriënteren op een tekst en daarin de structuur herkennen.
  3. Ik kan uitleggen waarom een bepaalde structuur bij een tekst past.

Slide 4 - Tekstslide

Welke tekststructuren
ken je nog uit 3 VWO?

Slide 5 - Woordweb

Vaste tekststructuren (p. 63 theorieboekje)
Naam
Inleiding
Kern
Slot
 Aspectenstructuur
onderwerp
aspecten van onderwerp
samenvatting

Vraag-antwoordstructuur
vraag
mogelijke antwoorden
samenvatting / beste antwoord
Verleden-heden-toekomststructuur
onderwerp
situatie vroeger 
situatie nu
conclusie / 
toekomstverwachting
Voor-en-nadelen-structuur
vraag of stelling
voordelen
nadelen
afweging / conclusie
Argumentatiestructuur
stelling
(tegen)argumenten
weerleggingen
conclusie / stelling
Verklaringsstructuur
verschijnsel
kenmerken/voorbeelden
oorzaken/verklaringen
conclusie / meest waarschijnlijke verklaring
Probleem-oplossingsstructuur
probleemstelling
beschrijving, oorzaken, gevolgen en oplossingen
beste oplossing

Slide 6 - Tekstslide

Waarom is het nuttig om te weten welke tekststructuren er zijn?

Slide 7 - Open vraag

Het nut
Voor de lezer
Je weet wat je kunt verwachten van een tekst en je kunt gericht zoeken naar de informatie die je nodig hebt.

Voor de schrijver
Je creëert een logische route door je tekst en kunt informatie beter ordenen.

Slide 8 - Tekstslide

Een check!
Stel: je moet een tekst schrijven met als onderwerp Taalverloedering door straattaal.
1) Formuleer een hoofdgedachte.
2) Kies een passende tekststructuur (zie p. 63).
Drie minuten bedenktijd, 
daarna intypen
 in LessonUp!
timer
3:00

Slide 9 - Tekstslide

1) Wat is je hoofdgedachte?
2) Welke tekststructuur past daarbij?

Slide 10 - Open vraag

Aan de slag!
Je start met de verwerking van de theorie. Deze vind je op pagina 62-63 van het theorieboekje.
  • Maak de verkenningsopdrachten 1 t/m 4, p. 46.
  • Klaar? Lees alvast de tekst op p. 48 
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Wederom, een korte check
Je krijgt zo drie situaties voorgeschoteld. Welke tekststructuur past bij de beschreven situatie?

Nota bene: tekststructuren passen dus niet alleen bij geschreven teksten, maar ook bij gesprekken!

Slide 12 - Tekstslide

Stel: je hebt slecht kunnen leren voor de toetsweek en nu heb je vier onvoldoendes. Je praat hierover met je mentor. Welke structuur kies je voor dat gesprek?
A
aspectenstructuur
B
argumentatiestructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur

Slide 13 - Quizvraag

Stel: je hebt in de toetsweek vijf achten gehaald, nice! Je mentor komt even met je kletsen en wil graag weten wat jij zo goed hebt gedaan. Welke tekststructuur verwacht je in dat gesprek?
A
argumentatiestructuur
B
voor-nadelenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur

Slide 14 - Quizvraag

Stel: je hebt van klasgenoten gehoord dat de docent van natuurkunde echt geweldig is. Nu wil jij ook natuurkunde in je pakket! Je twijfelt nog wel, want je overziet het niet allemaal. Welke structuur past bij een gesprek over deze kwestie?
A
aspectenstructuur
B
verklaringsstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
verleden-heden-toekomststructuur

Slide 15 - Quizvraag

Huiswerk
  • Neem p. 62 + 63 van het theorieboek door
  • Lees de tekst op p. 48 van je handboek en maak vraag 9 t/m 14

Volgende les
We bespreken opdracht 9 t/m 14.

Slide 16 - Tekstslide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

Boekopdracht
Voor de boekopdracht moet je een tekst schrijven met een voor- en nadelenstructuur rond een keuze van jouw hoofdpersoon.

Neem een keuze die je hoofdpersoon heeft en bedenk 1 voordeel en 1 nadeel.

Ik ontvang de resultaten graag op de volgende slide.

Slide 18 - Tekstslide

1 keuze, 1 nadeel, 1 voordeel

Slide 19 - Open vraag