4MAVO T2 wiskunde H3 en H6 toets

4MAVO H3
Op tafel: 

Schrift
Rekenmachine
Pen, potlood, geodriehoek
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

4MAVO H3
Op tafel: 

Schrift
Rekenmachine
Pen, potlood, geodriehoek

Slide 1 - Tekstslide

Meerkeuzevragen T2
Oefen met de volgende onderwerpen: 
  • SOSCASTOA (goniometrie)
  • Coördinaten in de ruimten
  • Gelijkvormige driehoeken

Slide 2 - Tekstslide

De tangens bereken je met de zijden:
A
Overstaand / schuin
B
Aanliggend / schuin
C
Schuin / overstaand
D
Overstaand / aanliggend

Slide 3 - Quizvraag


Hoe bereken je de tangens van hoek P?
A
Tan hoek P is QR : PR
B
Tan hoek P is PR : QR
C
Tan hoek P is PQ : QR
D
Tan hoek P is PQ : PR

Slide 4 - Quizvraag

Ik wil hoek K bereken in graden.
Op mijn rekenmachine tik ik in:
A
tan-1(5:11)
B
tan-1(11:5)
C
tan (5:11)
D
tan(11:5)

Slide 5 - Quizvraag

Bereken hoek K.
A
tan-1(5:11)
B
tan-1(11:5)
C
tan (5:11)
D
tan(11:5)

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de tangens?
A
5:11
B
11:5
C
hoek M
D
hoek P

Slide 7 - Quizvraag

Welke pijl wijst naar de hellingshoek?
A
rood
B
blauw
C
groen

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel graden is de hellingshoek?
A
360 - 114 = 246
B
360 - 114 = 246 246 : 2 = 123
C
180 - 114 = 66 66 : 2 = 33
D
180 - 140 = 66

Slide 9 - Quizvraag

Bereken de hellingshoek
A
tan -1 ( 50 : 19)
B
tan (50 : 19)
C
tan -1 ( 19 : 50)
D
tan (19 : 50)

Slide 10 - Quizvraag

De volgorde van een
coördinaat in de
ruimte is...
A
(z, x, y)
B
(x, y, z)
C
(y, z, x)
D
Volgorde maakt niet uit.

Slide 11 - Quizvraag

Welke coördinaten horen bij punt B?
A
(3, 5, 1)
B
(5, 1, 3)
C
(5, 3, 1)
D
(3 , 1, 5)

Slide 12 - Quizvraag

Welk punt hoort bij
de coördinaten (3,0,2)?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 13 - Quizvraag

Zie zandloper hiernaast
Welke driehoek is gelijkvormig
met driehoek ABC?
A
driehoek ECD
B
driehoek CDE
C
driehoek DEC
D
anders

Slide 14 - Quizvraag

Rechts zie je een schets ende bijhorende lengtes
van de zijden zijn DE = 5, AB = 7 en CE = 4.

Bereken de lengte van zijde BC
A
kan niet worden berekend
B
BC = 6
C
5,6
D
anders

Slide 15 - Quizvraag

H6
A

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebruik je in de opdracht om hoek D2 te berekenen?
A
eigenschappen gelijkbenige driehoek
B
Hoekensom driehoek
C
Gestrekte hoek
D
Alle drie heb je nodig

Slide 17 - Quizvraag

Bereken hoek D2
A
102°
B
24°
C
21°
D
78°

Slide 18 - Quizvraag

Met welke regel kun je hoek C berekenen?
A
F-hoeken
B
Z-hoeken
C
Som vd hoeken in een vierhoek is 360 graden.
D
Som van de hoeken in een driehoek is 180 graden.

Slide 19 - Quizvraag

Welke regel gebruik je om hoek T1 te berekenen?
A
hoekensom driehoek
B
gestrekte hoek
C
schuifsymmetrie
D
overstaande hoeken

Slide 20 - Quizvraag

Bereken Hoek K
Welke berekening
is goed
A
Hoek K = 180 - 80 - 45
B
Hoek K = 360 - 80 - 45
C
Hoek K = 100 - 80 - 45
D
Hoek K = 80 + 45

Slide 21 - Quizvraag

Welke berekening hoort bij hoek A1?
A
180 - 44
B
360 - 44

Slide 22 - Quizvraag

Hoe groot is hoek C?
Maak een berekening
in je schrift.
A
180 graden
B
90 graden
C
100 graden
D
40 graden

Slide 23 - Quizvraag

Welke berekening hoort bij hoek A1?
A
110 - 180
B
180 - 110
C
360 - 110

Slide 24 - Quizvraag

Bereken hoek C,
schrijf de berekening in je schrift:
A
25 graden
B
50 graden
C
30 graden
D
40 graden

Slide 25 - Quizvraag

Bereken hoek M, schrijf de berekening in je schrift:
A
59 graden
B
56 graden
C
28 graden
D
62 graden

Slide 26 - Quizvraag

Bij het berekenen van de grootte van hoek A gebruik je de regel...
A
Een volle hoek is 360 graden
B
De som van de hoeken van een driehoek is 180 graden
C
De som van de hoeken van een vierhoek is 360 graden
D
Een gestrekte hoek is 180 graden

Slide 27 - Quizvraag

Gevraagd: AC
SOS, CAS, TOA
of Pythagoras

























Slide














SOS, CAS, TOA of Pythagoras
A
SOS
B
CAS
C
TOA
D
Pythagoras

Slide 28 - Quizvraag

Bereken de lengte van zijde PQ.
A
4,5 cm
B
3,5 cm
C
6 cm
D
8 cm

Slide 29 - Quizvraag


Bereken CE. Gebruik de
verlengde stelling van
Pythagoras en rond af op
één decimaal.
timer
3:00
A
3,6
B
6,7
C
7,8
D
13,0

Slide 30 - Quizvraag


Bereken hoek ACE.
Maak eerst een schets van
diagonaalvlak ACGE met
diagonaal CE en alle maten.
timer
3:00
A
90°
B
31°
C
59°
D
34°

Slide 31 - Quizvraag

Neem het schema hier links over en
vul het in. Maak gebruik van de verlengde
stelling van Pythagoras. Hoe lang is BH?
Rond af op één decimaal.
A
8,3 cm
B
7,5 cm
C
7,8 cm
D
8,1 cm

Slide 32 - Quizvraag

Welke factor gebruik je bij deze driehoeken om zijde BD te berekenen?
A
2,5 : 15 = 0,167
B
2 x 2,5 = 5
C
15 : 2,5= 6
D
2,5 : 2 = 1,25

Slide 33 - Quizvraag

Wat gebruik je?
A
Soscastoa
B
Pythagoras
C
Gelijkvormigheid

Slide 34 - Quizvraag

Bereken de lengte van RS
A
1,6 cm
B
6,2 cm
C
0,7 cm
D
2,3 cm

Slide 35 - Quizvraag

Succes met voorbereiden!
- Oefen met opgaven uit het boek nogmaals maken (zie blad met tentamenstof)
- Bekijk de werk- en oefenbladen die je hebt teruggekregen
- Heb je de juist notatie en berekeningen opgeschreven? 
- Is jouw schets met geodriehoek getekend? Dit hoeft niet op ware grootte

Slide 36 - Tekstslide