Vanuit welke dimensie wordt in deze paragraaf vooral naar Rusland gekeken?
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
Wat de overgang van een planeconomie naar een vrijemarkteconomie betekende voor Rusland.
• Wat de huidige kenmerken zijn van de Russische economie.
Slide 2 - Tekstslide
Communisme
Slide 3 - Tekstslide
Kenmerken van het communisme
Macht
Eén partij heeft alle macht
Productiemiddelen
In handen van de staat
Overheid
Bepaalt prijzen, lonen
Prijzen/loon
Vastgesteld door de overheid
Ieder werkt naar vermogen en ontvangt naar behoefte
Concurrentie
Is er niet
Waarden
Samenwerken, commune = leefgemeenschap
Orientatie
Arbeiders over de hele wereld verenigd
Slide 4 - Tekstslide
B194 Productiemiddelen
De dingen die je nodig hebt om producten te kunnen maken zijn:
1.arbeid
2. kapitaal
3. natuur
Slide 5 - Tekstslide
B194 Productiemiddelen
Om iets te maken, heb je drie productiemiddelen nodig:
natuur = onderdelen van de natuur die nodig zijn voor de productie
Arbeid = betaalde werk dat mensen verrichten om goederen te maken of diensten te verlenen
Kapitaal = alle gebouwen, machines, hulpmiddelen en voertuigen die nodig zijn voor de productie
Slide 6 - Tekstslide
Planeconomie
De staat bepaalt wat er geproduceerd wordt.
De staat bepaalt hoeveel er geproduceerd wordt.
De staat bepaalt wie er produceren mag.
Slide 7 - Tekstslide
Vrijhandel verandert de wereld
Na het uiteenvallen van de SU wordt de vrijemarkteconomie het belangrijkste economische systeem.
Vrijemarkteconomie: Economisch systeem waarbij de productie in handen is van particuliere ondernemers en de prijs van goederen/diensten tot stand komt door vraag en aanbod.
V
Kenmerken vrijemarkteconomie:
- vrij ondernemerschap
- prijs komt tot stand door vraag en aanbod
V
Slide 8 - Tekstslide
Overstap naar vrijmarkteconomie was moeilijk voor Rusland
Oorzaak:
Concurrentie ontbrak doordat de staat eigenaar was van natuur & kapitaal.
Gevolg:
Kwaliteit van Russische producten was slecht en konden niet concurreren op wereldmarkt
De BRIC-landen kunnen goedkoper produceren dan de rijkere landen.
Veel productie verhuist naar deze landen toe.
De groeiende welvaart en toename van de bevolking in deze landen betekent meer vraag naar producten.(=afzetmarkt)
Slide 12 - Tekstslide
Een nadeel van de afhankelijkheid van de export van grondstoffen voor een land is.....
A
grondstoffen zijn duur
B
grondstoffen leveren minder geld op dan eindproducten
C
grondstoffen raken op = uitputting
D
grondstoffen zijn moeilijk te winnen.
Slide 13 - Quizvraag
Wat zijn grondstoffen?
A
natuurlijk materiaal dat de basis vormt voor een product
B
Onnatuurlijk materiaal dat de basis vormt voor een product
C
Producten als lakens, hoefijzers, brood en ander verwerkt materiaal.
D
ruw materiaal dat nog bewerkt moet worden om er een product van te maken
Slide 14 - Quizvraag
Welke grondstoffen heeft Rusland
A
Aardolie
B
Steenkool
C
Aardgas
D
Alle 3
Slide 15 - Quizvraag
De vraag naar grondstoffen.....wereldwijd
A
daalt
B
stijgt
Slide 16 - Quizvraag
Prijsschommelingen van grondstoffen zijn voor de inkomsten van landen een.......
A
voordelig
B
nadelig
Slide 17 - Quizvraag
Vanuit welke dimensie hebben we vooral naar Rusland gekeken in deze les?
Uitleg
Politiek: we hebben gezien dat Rusland jarenlang een communistisch bestuur had.
Economisch: we hebben gezien hoe Rusland van een planeconomie overstapte naar een vrijemarkteconomie. Je hebt geleerd welke productiemiddelen nodig zijn om producten te maken.