Signaalwoorden

Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 2 - Tekstslide

Tijd
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.
Tekst

Slide 3 - Tekstslide

Noem 3 signaal woorden die te maken hebben met tijd

Slide 4 - Open vraag

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstelling
Zo, evenals, in vergelijking met, soortgelijk(e)

Slide 6 - Tekstslide

Noem 1 signaal woorden die te maken hebben met een tegenstelling

Slide 7 - Open vraag

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Slide 8 - Tekstslide

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

Slide 9 - Tekstslide

Noem 2 signaal woorden die te maken hebben met doel-middel

Slide 10 - Open vraag


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Slide 11 - Tekstslide

Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, vanwege, immers,

Slide 12 - Tekstslide

Noem 2 signaal woorden die te maken hebben met een verklaring

Slide 13 - Open vraag

Voorwaarde
Als, wanneer, tenzij, in (voor) het geval dat

Slide 14 - Tekstslide

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Slide 15 - Tekstslide

Noem 3 signaal woorden die te maken hebben met een samenvatting/conclusie

Slide 16 - Open vraag