Controledictee thema 5
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
ij of ei
A
het geheim
B
het gehijm
Slide 2 - Quizvraag
ij of ei
A
ik heb spijt
B
ik heb speit
Slide 3 - Quizvraag
een grote spin - een klein .....
Slide 4 - Open vraag
au of ou
A
de auteur
B
de outeur
Slide 5 - Quizvraag
au of ou
A
de goudvis
B
de de gaudvis
Slide 6 - Quizvraag
molen of mollen
Het d..... horloge.
Slide 7 - Open vraag
molen of mollen
Een klein .........
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
werkwoord: kneden
De bakker ...... het deeg.
Slide 12 - Open vraag
werkwoord: worden
Hij ......
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
werkwoord: bezorgen
De postbode ...... de brieven.
Slide 15 - Open vraag
werkwoord: luisteren
Gisteren ..... wij naar muziek.
Slide 16 - Open vraag
Welk woord is goed geschreven?
A
de snelheit
B
de snelheid
C
de snelhijd
D
de snelhijt
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord is goed geschreven?
A
de diamant
B
de diamand
Slide 18 - Quizvraag
Schrijf op:
de p............
de p............
Slide 19 - Open vraag
Het meervoud van
de kiwi = .....
de kiwi = .....
