(G2) les 5 - grammatica bijvoeglijke bepaling

Nederlands 3e uur (klas g2a)
Grammatica: bijvoeglijke bepaling en bijstelling
Zet je camera aan en laat je microfoon uit.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 3e uur (klas g2a)
Grammatica: bijvoeglijke bepaling en bijstelling
Zet je camera aan en laat je microfoon uit.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen 
  • Terugblik
  • Voorkennis
  • Theorie
  • Opdrachten
  • Reflectie (quiz)

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt een bijvoeglijke bepaling in een zin benoemen.
  • Je kunt een bijstelling in een zin benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik
  1. Zinnen schakel 6
  2. Uitleg lijdende zinnen schakel 7

Slide 4 - Tekstslide

1. (Het verwaarloosde kind) (snakte) |naar een beetje aandacht|.

2. (Luister) goed |naar de leraar|.

3. (Deze vragen) (gaan) |over de Egyptenaren|.

4. (Meneer Van Dalen) (wacht) |op antwoord|.

5. (Wij) (hebben) |naar een betere oplossing| {gezocht}.

Slide 5 - Tekstslide

Schakel 7: Lijdende zinnen
  • Een manier om het lijdend voorwerp te vinden is door van de zin een lijdende zin/word-door-zin te maken.
Mijn oma bakt een appeltaart. 
> Een appeltaart wordt gebakken door mijn oma. (lijdende zin)

Het ow in de lijdende zin is het lv in de oorspronkelijke zin.

Slide 6 - Tekstslide

Welke zinsdelen
ken je allemaal?

Slide 7 - Woordweb

Theorie: bijvoeglijke bepaling
  • Geen zinsdeel, maar een zinsdeelstuk.  
  • Bijvoeglijke bepalingen (bijv.b) geven extra informatie over een  zelfstandig naamwoord.
  • Voorbeelden: mijn hond, die hond, de jonge hond, de erg jonge hond, de hond met de halsband, de hond van mijn zus.
  • Bijvoeglijke voorbepalingen / bijvoeglijke nabepalingen

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldzin
  1. Ontleed de zin.
  2. Zoek naar  zn.
  3. Kijk of er extra informatie gegeven wordt over deze zn.
  4. Zet hier een pijl onder (de punt wijst altijd naar het zn).

De hond van de buren rent in onze tuin.

Slide 9 - Tekstslide

Let op!
(Hij) (heeft) een mooie, nieuwe fiets.

(Hij) (heeft) een ontzettend mooie fiets.
                                                                   

Slide 10 - Tekstslide

(Het gekke handschrift van de leraar) (was) [[onleesbaar.]]
A
gekke
B
gekke, van de leraar
C
gekke, handschrift
D
het

Slide 11 - Quizvraag

Bijstelling
  • Een speciaal soort bijvoeglijke bepaling is de bijstelling.

Een bijstelling...
  1. is altijd een bijvoeglijke nabepaling.
  2. staat altijd tussen komma's.
  3. verwijst niet alleen naar een zn, maar heeft ook zelf een zn als kernwoord.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld

(Jeanette, de klassenvertegenwoordigster,) 

(zong) een liedje.

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk

Volgende week vrijdag 22 januari:
Maak schakel 10 en schakel 11 (t/m zin 10).

Slide 14 - Tekstslide

Reflectie
  • Je kunt een bijvoeglijke bepaling in een zin benoemen.
  • Je kunt een bijstelling in een zin benoemen.

Slide 15 - Tekstslide