Chemie Overal Stoffen en mengsels par. 1.2 Veiligheid

Hoofdstuk 1
 Stoffen en mengsels 
paragraaf 1.2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
 Stoffen en mengsels 
paragraaf 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Thuispracticum voor deze week
Stofeigenschap van rode kool
  • Een stofeigenschap van het sap van rodekool is dat het verschillende kleuren aanneemt bij een verschillende zuurgraad. 
  • Je gaat met deze stofeigenschap thuis aan de slag.
  • De opdracht staat in it's learning.
  • Je levert hem ook in via it's learning 

Slide 2 - Tekstslide

    Binas tabel 36
zuur-base indicatoren
Pak die er even bij

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Formatieve toets dichtheid
  • Via de planner van it's learning kom je bij de formatieve toets 'rekenen met dichtheid' 
  • Maak deze toets

Slide 6 - Tekstslide

1.2 Veiligheid

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Je kent de meest voorkomende pictogrammen van gevaarlijke stoffen en kan deze opzoeken in tabel 39 van Binas.
  • Je kan werken met tabel 40 van Binas: Gevaarlijke chemicaliën 
  • Je kent de basisregels van veilig practicum doen.
  • Je kent de eigenschappen en toepassingen van de verschillende vlammen van de brander. 
  • Je kent de namen van de verschillende laboratorium materialen 

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaat hier allemaal mis

Slide 9 - Woordweb

0

Slide 10 - Video

Pictogrammen 
  • Een pictogram is een symbool of afbeelding die de plaats inneemt van een tekst. 
  • In tabel 39 van Binas staan alle pictogrammen die je moet weten
  • Pak deze tabel erbij voor de volgende vragen. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Dit pictogram kan je tegenkomen op een fles
bleekwater.
Wat betekend het ?
A
irriterend,schadelijk
B
gevaarlijk
C
licht ontvlambaar
D
bijtend

Slide 13 - Quizvraag

Dit pictogram kan je tegenkomen op
een fles gootsteenontstopper.
Wat betekend het ?
A
Giftig
B
Niet mengen
C
Corrosief/bijtend
D
Irriterend

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent pictogram C?
A
giftig
B
schadelijk/irriterend
C
bijtend/corrosief
D
slecht voor de gezondheid

Slide 15 - Quizvraag

Cement is irriterend voor de huid, luchtwegen en ogen. Welk pictogram moet op een zak cement staan?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Licht ontvlambaar
Corrosief
Explosief
Schadelijk
Giftig

Slide 17 - Sleepvraag

Maak voor de volgende vragen gebruik van tabel 40 uit Binas  'Gevaarlijke chemicaliën'
Weten:   
De MAC waarde van een stof staat voor :
Maximaal Aanvaardbare Concentratie in mg/m3 lucht.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is de MAC waarde van chloor?
A
240 mg/m3lucht
B
3 mg/m3 lucht

Slide 19 - Quizvraag

Er wordt een meting gedaan naar de concentratie van het giftige koolstofmono-oxide in een ruimte. De gemeten waarden is 80mg/cm3 lucht
A
Deze meting zit onder de MAC waarde van CO
B
Deze meting ligt boven de MAC waarde van CO

Slide 20 - Quizvraag

Benzeen kan worden gebruikt als
oplosmiddel Wat is het meest
opmerkende gezondheidsaspect
van benzeen? (tab. 40)
A
Het is bijtend
B
Het is explosief
C
Het is zeer giftig
D
Het is kankerverwekkend

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de molecuulformule
van benzeen ?
A
C8H8
B
C6H8
C
C6H6
D
C8H6

Slide 22 - Quizvraag

Fluor is volgens tabel 40:
A
Giftig bij inademen
B
Gevaarlijk voor huid en ogen
C
Brandbaar en explosief
D
Zowel A-B als C

Slide 23 - Quizvraag

Zoek in het periodieksysteem naar het element Fluor.

* Hoeveel protonen en neutronen
heeft fluor?
* Hoeveel elektronen?
A
9 protonen 10 neutronen 9 elektronen
B
9 protonen 9 neutronen 10 elektronen

Slide 24 - Quizvraag

De volgende dia's en vragen gaan over het gebruik van de  brander 

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de naam van
onderdeel b ?
A
De schoorsteen
B
De afvoerpijp

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de functie van
onderdeel C
A
gas toevoer regelen
B
lucht toevoer regelen

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

De gele vlam gebruiken wij
A
Als pauze vlam, hij is goed zichtbaar
B
Als pauze vlam omdat dit goedkoper is
C
Om stoffen te verwarmen
D
Om stoffen zo snel mogelijk te verwarmen

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het nadeel van het
gebruik van de gele vlam ?
A
je ziet hem slecht
B
Als je iets verwarmt met de gele vlam wordt het zwart

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Wat is het nadeel van de blauwe stille vlam ?
A
Je ziet en hoort hem slecht
B
We kunnen hem voor de meeste proefjes niet gebruiken , hij is te heet.

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Wat is het nadeel van de
ruisende vlam?
A
Je ziet en hoort hem slecht
B
Hij is voor de meeste proefjes niet toepasbaar, hij is te heet.

Slide 35 - Quizvraag

Hierna volgen nog wat vragen over het practicum materiaal.

Weet jij nog wat de naam is van de gebruikte materialen ?

Slide 36 - Tekstslide

Wat is de reden dat wij gebruik maken van gedestilleerd water tijdens practica?
A
Gedestilleerd water is .goedkoper
B
Gedestilleerd water is zuiver water .
C
Gedestilleerd water is zuiver water en daardoor heb je geen reacties van andere stoffen.
D
Gedestilleerd water is hetzelfde als kraanwater .

Slide 37 - Quizvraag

Reageerbuisknijper
Kroezentang 
Erlenmeyer
maatcilinder
driepoot
indampschaaltje

Slide 38 - Sleepvraag

Aan de slag;
Je kan nu aan de slag met de vragen uit het werkboek van paragraaf 1.2
 Succes !

En natuurlijk:

Heb je vragen: stel ze mij :) 

Slide 39 - Tekstslide