Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
HIN 4K Lezen Verbanden en signaalwoorden
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
In deze les zitten
42 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Welkom bij het vak Nederlands
Telefoon in de tas
We gaan direct op onze eigen plek zitten
Niet naar de wc tijdens de les, alleen bij hoge nood
Stil is ook stil. Steek je hand wanneer je wat wilt vragen
Zitten volgens plattegrond (mits aanwezig)
Luisteren naar elkaar als iemand anders aan het woord is
Luisteren naar de docent als de docent aan het woord is
Slide 2 - Tekstslide
Lezen
Verbanden en signaalwoorden
Slide 3 - Tekstslide
Doel van deze les
Je kunt de bekende signaalwoorden toepassen en kent het tekstverband dat er bij hoort.
Je herkent de 'nieuwe' signaalwoorden en tekstverbanden.
Je weet hoe je dit onderdeel kunt leren voor je examen.
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.
Slide 4 - Tekstslide
Hoe bereiken we dat doel?
Je luistert naar de instructie
Je doet mee met de de instructie
en/of
Je oefent online met de opdrachten van hoofdstuk 2
Je stelt je vragen, werkt rustig en zorgt dat een ander dat ook kan.
Slide 5 - Tekstslide
instructie volgen
zelf aan het werk
online: hst 2 - lezen
Slide 6 - Tekstslide
Signaalwoorden
Helpen je om verbanden in een tekst te herkennen.
Signaalwoorden vertellen je hoe een tekst is opgebouwd en zorgen ervoor dat je een tekst beter begrijpt.
Slide 7 - Tekstslide
Deze signaalwoorden kende je al
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
ten slotte
C
hoewel
D
denk aan
Slide 10 - Quizvraag
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 11 - Quizvraag
Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
maar
C
tegenover
D
daarentegen
Slide 12 - Quizvraag
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor voorbeeld?
A
toch
B
tenslotte
C
tegenover
D
zoals
Slide 13 - Quizvraag
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor tegenstelling?
A
zoals
B
daarnaast
C
echter
D
zo
Slide 14 - Quizvraag
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een oorzaak-gevolg?
A
Ik viel van de trap, doordat mijn veter loszat.
B
De spits van Ajax krijgt de bal goed aangespeeld, waardoor hij scoort.
C
Hij staat een acht voor de vakken wiskunde en Engels.
D
De kleuren van de vlag zijn geel en blauw.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord voor
oorzaak - gevolg
A
maar
B
kortom
C
ook
D
doordat
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een oorzaak-gevolg?
A
De koeien staan in de wei, maar de paarden nog niet.
B
De spits van Ajax krijgt de bal goed aangespeeld, waardoor hij scoort.
C
Hij staat een acht voor de vakken wiskunde en Engels.
D
De kleuren van de vlag zijn geel en blauw.
Slide 18 - Quizvraag
Maak zelf een zin met een signaalwoord voor opsomming.
Slide 19 - Open vraag
Maak zelf een zin met een signaalwoord voor oorzaak-gevolg
Slide 20 - Open vraag
Deze tekstverbanden zag je minder vaak voorbij komen
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Signaalwoorden vergelijkend verband
Laten een verschil of een overeenkomst zien
Bijvoorbeeld:
Om
nog
slimmer te worden dan vroeger leer ik extra hard.
Om
evenals
jij fris te zijn gebruik ik deo
Slide 23 - Tekstslide
Signaalwoorden voor vergelijking zijn:
A
omdat, doordat, want
B
eerst, daarna, vervolgens
C
beter dan, groter dan, even mooi als
D
bijvoorbeeld, zoals
Slide 24 - Quizvraag
Wat zijn de signaalwoorden van het 'vergelijkend tekstverband'?
A
als, wanneer, indien, mits, tenzij, op voorwaarde dat
B
net als, zoals, evenals
C
bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden.
Slide 25 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord van vergelijking?
A
Zoals
B
Evenals
C
Of
D
Dan
Slide 26 - Quizvraag
Bij een vergelijkend verband gebruik je als signaalwoord ....
A
bijvoorbeeld
B
minder dan, evenals
C
want, omdat
D
mits, tenzij
Slide 27 - Quizvraag
Signaalwoorden doel-middel
Geeft aan welk middel er wordt gebruikt om een doel te bereiken
Bijvoorbeeld:
Ik bereid de toets goed voor
zodat
ik een goed cijfer haal
Om
de toets goed voor
te
bereiden, maak ik de opdrachten
Slide 28 - Tekstslide
Signaalwoorden voor
doel-middel zijn:
A
om... te, daarna, aangezien
B
zodat, om... te, door middel van
C
zodat, door middel van, kortom
D
kortom, daarom, immers
Slide 29 - Quizvraag
Wat is
GEEN
signaalwoord voor
doel-middel?
A
waarmee
B
even ... als
C
zodat
D
door middel van
Slide 30 - Quizvraag
Signaalwoord voorwaarde
Maakt duidelijk onder welke voorwaarden iets gebeurt.
Bijvoorbeeld:
Als
jij thuis je LeVo-eindwerk maakt
dan
hoef je niet in de les te komen.
Slide 31 - Tekstslide
Signaalwoorden voorwaarde
A
waarmee, zodat, met behulp van
B
als........dan, indien
C
ook, tevens
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord van voorwaarde?
A
Omdat
B
Mits
C
Indien
D
Daarom
Slide 33 - Quizvraag
Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een voorwaarde?
A
En
B
Maar
C
Als ... dan
D
Dus
Slide 34 - Quizvraag
Signaalwoord conclusie
Maakt duidelijk onder waar het uiteindelijk op neerkomt.
Bijvoorbeeld:
Het is
dus
een goed idee om een hond in de klas te hebben.
Slide 35 - Tekstslide
Wat zijn signaalwoorden van conclusie?
A
ten eerste, bovendien
B
dus, kortom
C
maar, echter
D
zoals, zo
Slide 36 - Quizvraag
Zoek het juiste signaalwoord
Conclusie
A
namelijk
B
echter
C
als gevolg van
D
dus
Slide 37 - Quizvraag
Wat is een signaalwoord van conclusie?
A
want
B
kortom
C
daarom
D
maar
Slide 38 - Quizvraag
Slide 39 - Tekstslide
Aan de slag!
Oefen online met de opdrachten van hoofdstuk 2 - lezen.
Je kunt de opdrachten dan direct nakijken en je vragen stellen.
Slide 40 - Tekstslide
Doel van deze les
Je kunt de bekende signaalwoorden toepassen en kent het tekstverband dat er bij hoort.
Je herkent de 'nieuwe' signaalwoorden en tekstverbanden.
Je weet hoe je dit onderdeel kunt leren voor je examen.
Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord.
Slide 41 - Tekstslide
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Week 37 Ne 4B/K H2 Lezen: verbanden en signaalwoorden
9 dagen geleden
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Signaalwoorden en tekstverbanden
April 2017
- Les met
18 slides
door
Examentraining
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Examentraining
Tekstverbanden
Januari 2024
- Les met
34 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 4
Tekstverbanden
September 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 4
TL3: verbanden en signaalwoorden 2
Oktober 2019
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
TL3: lezen H3: verbanden en signaalwoorden 2
Januari 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
TH2: lezen H3: verbanden en signaalwoorden 2
September 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Les 6: Signaalwoorden en tekstverbanden
December 2023
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3