Stroomkring

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H6 Elektriciteit

Lesdoel

Je kunt aan het einde van de les:

• het verschil tussen geleiders en isolatoren noemen;
  
• voorbeelden van geleiders en isolatoren noemen;
  
• nagaan of een stroomkring gesloten is;
  
• een schakelschema tekenen;

Planning

1. Geleiders of isolatoren

2. Stroomkring

3. Schakelschema

4. Waar/niet waar

5. Opdrachten maken

Wat zijn geleiders of isolatoren?

Geleider:

- Stroom gaat er makkelijk doorheen

- Lage weerstand

Isolator:

- Stroom wordt veel tegengehouden

- Hoge weerstand

IJzer

Koper

Aluminium

Koolstof

Rubber

Steen

Glas

Kunststof

Stroomkring

Onderdelen:

1. Spanningsbron 
2. Elektrisch apparaat
3. Draden

• Schakelaar is handig, maar niet vereist

Stroomkring

1. Elektriciteit: Alle stoffen bestaan uit elektrische deeltjes. Als deze gaan stromen dan hebben we elektriciteit.
2. Spanningsbron: Brengt elektrische deeltjes in beweging en geeft ze energie mee. Vb. Batterij, accu of zonnecel.
3. Geleiders: Een stof waar makkelijk elektrische stroom door heen gaat. Vb. metalen en water.
4. Isolator: Een stof waar moeilijk elektrische stroom door heen gaat. Vb. plastic, glas of hout.
5. Verbruiker: Dat gebruikt de elektrische energie. Vb. Lampje zet elektrische energie om in warmte en licht.

Stroomkring

Functie schakelaar

• Gesloten stroonkring:

De elektrische deeltjes kunnen een rondje maken.

• Onderbroken stroomkring:

De kring is niet gesloten.

Schakelschema

• Schakeling: 

Elektrische onderdelen die met elkaar verbonden zijn. 

• Schakelschema:

Eenvoudige tekening van een schakeling

Symbolen schakelschema

Regels schakeling tekenen 

Werk altijd met potlood en liniaal

Teken de symbolen juist

Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal

Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn

Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden

Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities

Waar of Niet waar?

Stelling 1: De symbolen in schakelschema's zijn overal ter wereld hetzelfde?

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 2: In een open stroomkring kan elektrische stroom lopen.

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 3: Een accu heeft een plus- en een minpool

1. Waar
2. Niet waar

Stelling 4: Een isolator laat elektrische stroom er makkelijk doorheen.

1. Waar
2. Niet waar

Een spanningsbron geeft elektrische deeltjes energie en zet ze in beweging.

1. Waar
2. Niet waar

Aan de slag

• maak een schakelschema van een open stroomkring waarbij de volgende componenten aanwezig moet zijn: 2 lampen (serie) en schakelaar. 

Extra uitdaging!

• maak een schakelschema van een gemengde schakeling van 4 lampen waarvan 2 in parallel staan.