- alle levende wezens
organismen (bacteriën, schimmels, planten en dieren).
- Organismen kun je herkennen aan de negen levenskenmerken:
- Organismen kunnen zich voortplanten.
- Organismen kunnen groeien. Soms kan er ontwikkeling plaatsvinden (verandering in de bouw van een organisme), zoals tanden, puberteit etc.
- organismen reageren op prikkels, zoals bewegen.
- Bij organismen vindt stofwisseling plaats; o.a. voeding, ademhaling en uitscheiding.