3 december 2020

Gastlessen
Uitgezet: 
Verpleegkundige Oncologie & palliatieve zorg 7 jan
Gastles ALS
Gastles Revalidatie
Gastles Presentiebenadering 10 december

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gastlessen
Uitgezet: 
Verpleegkundige Oncologie & palliatieve zorg 7 jan
Gastles ALS
Gastles Revalidatie
Gastles Presentiebenadering 10 december

Slide 1 - Tekstslide

Wat is klinisch redeneren?
A
Methode om informatie te ordenen
B
Methode om informatie te verzamelen voor verpleegplan.
C
Methode om gezondheidstoestand te observeren
D
Methode om zorg- situatie te analyseren en acties in te zetten

Slide 2 - Quizvraag

Klinisch redeneren =
- Doe je continue als verpleegkundige 
- Theorie koppelen aan praktijk
- Volgens een methode gegevens analyseren en acties uitzetten op een systematische manier. 

Het doel van klinisch redeneren is om onderbouwd tot een beslissing te komen welke zorg voor een zorgvrager nodig is.

Slide 3 - Tekstslide

Klinisch redeneren volgens de 6 stappen van Marc Bakker

Uitleg aan de hand van een casus

Slide 4 - Tekstslide

6 stappen
1: Orientatie situatie
2: Klinische probleemstelling
3: Aanvullend klinisch onderzoek
4: klinisch beleid
5: Klinisch verloop
6: nabeschouwing

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

2. Klinische probleemstelling
Somatisch: orgaansysteem
(rangschikken indien meerdere orgaansystemen)
Psychosociale status

Slide 7 - Tekstslide

3. Aanvullend onderzoek
Wat weet ik nog niet?
Aanvullende onderzoeken
Korte termijn en lange termijn

Slide 8 - Tekstslide

4. Klinisch beleid
Welke handelingen ga je uitvoeren?
Welke volgorde van handelen?
Welke bewaking is er nodig?
Welke diciplines kunnen/moeten worden ingezet?

Slide 9 - Tekstslide

5. klinisch veloop
Prognose op de korte termijn en lange termijn 
Complicaties op korte en lange termijn
Risico van de behandeling

Slide 10 - Tekstslide

6. Nabeschouwing
Afstand nemen van de casus
Evalueren
Reflecteren

(patiënt veiligheid, beroepshouding, ethisch dilemma, etc.) 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stappen & redeneerhulpmiddelen
Stap 1: oriënteren op situatie (bijv. SBAR/MEWS/ABCDE)
Stap 1a: informatie verzamelen, stap 1b: risicoanalyse,  stap 1c: collega informeren indien nodig

Stap 2: mogelijke problemen in kaart brengen (Omaha/gordon)
Stap 2a: gegevens ordenen, stap 2b: hypothesen formuleren, stap 2c verbanden leggen.

Stap 3: Aanvullende observaties en onderzoeken (bijv. observatielijst of meting)
Stap 4: verpleegkundig beleid (PES/smart)
Stap 5: verloop monitoren (SOAP)
Stap 6: reflectie (STARRT)

Slide 13 - Tekstslide

In welke fase pas je het redeneerhulp middel 'SOAP' toe?
A
Fase 1 : oriëntatie situatie
B
Fase 3: aanvullende observaties/onderzoek
C
Fase 4: verpleegkundig beleid vaststellen
D
Fase 5: verloop monitoren / rapportage

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

SIRS 
Systemic Inflammatory Response Syndrome (SIRS)-criteria worden gebruikt om een ontstekingssyndroom vast te stellen. 
Bij infectie en een positieve score op minimaal twee van de volgende parameters is er sprake van sepsis: 

  1. temperatuur onder 36,0 °C of boven 38,0 °C
  2. hartfrequentie boven 90 slagen per minuut
  3. tachypneu van meer dan 20 ademhalingen per minuut
  4. leukocytenaantal onder 4 × 10^9 of boven 12 × 10^9
  5. Kenmerkend hierbij is dat het om een systemisch probleem gaat.

Slide 16 - Tekstslide

SCEGS
Somatisch: speciele anamnese
Cognintief: wat denkt u over oorzaak en effect op dg leven
Emotioneel: welk gevoel roept de klacht op?
Gedrag: wat doet u er tegen?
Sociaal: reactie uit omgeving?

Slide 17 - Tekstslide

SBAR: 
Als je de arts of een collega besluit te bellen, is de SBAR een goed hulpmiddel om informatie helder en geordend over te brengen. De afkorting SBAR staat voor:
  • Situatie – Wie ben jij, over welke zorgvrager gaat het en wat is het probleem?
  • Behandeling – Wat zijn de voorgeschiedenis en achtergrond tot nu toe?
  • Analyse – Wat is jouw beoordeling van actuele en mogelijke problemen in de situatie?
  • Respons – Wat wil je dat er gebeurt

Slide 18 - Tekstslide

Casus dhr. de Boom
Dhr. de Boom (12-05-1955) is sinds juli 2017 gediagnostiseerd met ca en krijgt chemotherapie. Dhr. is verzwakt en gebruikt geen antibiotica. Dhr. is verder niet bekend met longziekten en rookt ongeveer 4 sigaretten per dag. Sinds vannacht voelt dhr. zich helemaal niet lekker. Hij hoest sputum op, ziet bleek en grauw en is kortademig. Dhr. hoest veel. Maar is verder alert.
 Bij de ochtendronde heb jij de volgende controles gedaan:
RR (85/46), Temp (38.0), Sat. (85% zonder O2),
Pols (90), Ademhaling (20/min).


Slide 19 - Tekstslide

EWS
Early Warning Score
verslechtering van patiënt vroegtijdig signaleren

Slide 20 - Tekstslide

1. Oriëntatie op de situatie
er is iets aan de hand
gegevens verzamelen
voorgeschiedenis


SBAR
situatie (S)
achtergrond (B)
beoordeling (A)
aanbeveling (R)

SBAR
S (Situatie)
B (Achtergrondinformatie)
A (Beoordeling)
R (Aanbeveling)

Slide 21 - Tekstslide

1. SBAR
S: Dhr hoest sputum op, ziet grijs en bleek, heeft koorts en een saturatie van  85% zonder O2, snelle ademhaling, lage RR
B: Dhr heeft kanker en krijgt chemotherapie, verzwakte afweer, niet bekend met longziekten, matige roker
A: mogelijke pneunomie??
R: arts waarschuwen i.v.m. sputum en controles (EWS) in combinatie met zijn ziektebeeld

Slide 22 - Tekstslide

2. klinische probleemstellingen
wat is er aan de hand?
problemen in kaart brengen
kennis van ziektebeeden is belangrijk
gewenst/ongewenst
Antwoord
Gewenst: Sat omhoog met O2
Ongewenst: uitputting met overlijden als gevolg

Slide 23 - Tekstslide

3. aanvullend onderzoek
aantonen van de ziekte/gevolgen
verantwoordelijkheid van de arts
denk aan; röntgenfoto, bloedonderzoek of kweek
Antwoord
1. X-thorax
2. sputumkweek afnemen
3. bloedgas laten prikken

Slide 24 - Tekstslide

4. Klinisch beleid
wat moet ik doen als verpleegkundige?
extra zorg
stap 2
Antwoord
1. helpen met ophoesten sputum/uitzuigen
2. heeft de patiënt alvast een infuus nodig?
3. patiënt mobiliseren
4. psychisch begeleiden ivm angst/benauwdheid
5. O2 geven ivm lage Sat

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb ik ?
Lesopdracht voor 3 studenten:
  1. Bedenk een ziektebeeld voor dit spel.
  2. Zoek uit wat de symptomen en parameters kunnen zijn.
  3. Ga in 3 tallen tegenover elkaar zitten en probeer het ziektebeeld te raden   

Slide 26 - Tekstslide