Hoofdstuk 2

Het vorige hoofdstuk. 
even terugblikken 
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Stage 3Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het vorige hoofdstuk. 
even terugblikken 

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is de eerste indruk belangrijk?

Slide 2 - Open vraag

Hoe kun je een goede eerste indruk maken?

Slide 3 - Open vraag

Noem 1 talent of 1 interesse

Slide 4 - Open vraag

Ik kan mijn eigen visite kaartje maken
eens
oneens

Slide 5 - Poll

Hoofdstuk 2
Dit hoofdstuk leer je:
- je kunt uitleggen welke werkzaamheden wel en niet bij jou passen. 
- Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is om op tijd te komen. 
- Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is om de juiste kleding te dragen. 

Slide 6 - Tekstslide

Op tijd
Het maakt niet uit of je naar je stage gaat of naar je werk: je moet op tijd komen. Dat is bij veel bedrijven een belangrijke afspraak: iedereen begint op de afgesproken tijd. Het is dan makkelijk om met collega's afspraken te maken of samen te werken. Als ze bij jouw stagebedrijf bijvoorbeeld beginnen om half 9, moet je op tijd je bed uit. Meestal doe je van alles voordat je de deur uitgaat. 
Zoals je wassen, aankleden en ontbijten. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe laat moet jij beginnen bij jouw stage bedrijf?

Slide 8 - Open vraag

Vind je het makkelijk om vroeg op te staan?
ja
nee

Slide 9 - Poll

Hoe zorg je dat je op tijd wakker wordt?

Slide 10 - Open vraag

Doe jij dit 's ochtends?
wassen
ja
nee

Slide 11 - Poll

Doe jij dit 's ochtends?
tanden poetsen
ja
nee

Slide 12 - Poll

Doe jij dit 's ochtends?
aankleden
ja
nee

Slide 13 - Poll

Doe jij dit 's ochtends?
bed opmaken
ja
nee

Slide 14 - Poll

Doe jij dit 's ochtends?
ontbijt maken
ja
nee

Slide 15 - Poll

Doe jij dit 's ochtends?
ontbijten
ja
nee

Slide 16 - Poll

Doe jij dit 's ochtends?
hond uitlaten
ja
nee

Slide 17 - Poll

Doe jij dit 's ochtends?
tv kijken
ja
nee

Slide 18 - Poll

Doe jij dit 's ochtends?
whatsappen
ja
nee

Slide 19 - Poll

Plannen 
Het is slim om van tevoren te bedenken hoeveel tijd je 's ochtends nodig hebt. 
Je moet dus goed plannen. Je moet thuis dingen doen. Je hebt reistijd om bij je stagebedrijf te komen. En misschien doe je op stage andere kleding aan. dat kost ook tijd. Of je wilt eerst nog koffiedrinken met je collega's. Ook dat kost tijd. 

Slide 20 - Tekstslide

Wat doe jij allemaal na het opstaan voordat je naar stage gaat?

Slide 21 - Woordweb

hoeveel minuten heb je nodig tussen het opstaan en het starten op werk?

Slide 22 - Open vraag

Kleding
op veel stageplekken moet je bedrijfskleding dragen. 
Dat is speciale werkkleding. 
Je draagt bedrijfskleding omdat:
- je buiten werkt of vuil wordt. 
Klanten dan kunnen zien dat jij daar werkt. 
- het veilig is. 
- Het hygiënisch (heel erg schoon) is. Daarom moet lang haar in een paardenstaart of knotje op veel stage plekken. 

Slide 23 - Tekstslide

welke werkkleding draag je?

Bouwmarkt
A
Sloof
B
Uniform
C
Shirt met logo
D
schort.

Slide 24 - Quizvraag

welke werkkleding draag je?

horeca
A
Sloof
B
Uniform
C
Nette kleding
D
schort.

Slide 25 - Quizvraag

welke werkkleding draag je?

horeca
A
Sloof
B
Uniform
C
Nette kleding
D
schort.

Slide 26 - Quizvraag

welke werkkleding draag je?

beveiliging
A
Sloof
B
Uniform
C
Nette kleding
D
schort.

Slide 27 - Quizvraag

welke werkkleding draag je?

kantoor
A
Sloof
B
Uniform
C
Nette kleding
D
schort.

Slide 28 - Quizvraag

welke werkkleding draag je?

tuincentrum
A
witte jas
B
Uniform
C
Nette kleding
D
schort.

Slide 29 - Quizvraag

welke werkkleding draag je?

Schoonheidssalon
A
witte jas
B
Uniform
C
Nette kleding
D
schort.

Slide 30 - Quizvraag

waarom zou je bedrijfskleding moeten dragen?

Slide 31 - Open vraag

Ik moet op stage bedrijfskleding aan.
ja
nee

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Link