Bs 3 - Het oog

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Even oefenen
Geluid
Elektrisch signaaltje
Gehoorzenuw
Smaakknopje
Oor
Zenuw
Zintuig
Impuls
Prikkel
Zintuigcel

Slide 2 - Sleepvraag


Hoe heet onderdeel
5?
A
Hamer
B
Aambeeld
C
Stijgbeugel
D
Trap

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet onderdeel 10?

Slide 4 - Open vraag

Hoe heet onderdeel 11?
A
Venster
B
Trommelholte
C
Trommelvlies
D
Stijgbeugel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van onderdeel 13?
A
Buis van Eustachius
B
Buis van Eustechius
C
Buis van Eusiblachius
D
Buis van Eustachieus

Slide 6 - Quizvraag

Het oog

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Het hoornvlies: doorzichtig vlies aan de voorkant van de iris en de pupil.
De lens: onderdeel van het oog dat zich achter de iris en de pupil bevindt en dat ervoor zorgt dat je scherp kunt zien.
De iris: het gekleurde gedeelte van het oog.
De pupil: opening in de iris.
Oogspier: hiermee kan je het oog bewegen.
Glasachtig lichaam: de geleiachtige massa in het oog.
Harde oogvlies: het witte gedeelte van je oog.
Vaatvlies: vlies met veel bloedvaten, dat zorgt voor voeding van een groot deel van het oog.
Netvlies: het vlies waar de zintuigcellen in liggen.
Gele vlek: plaats in het centrum van het netvlies, waarmee je het scherpst met je zintuigcellen kunt zien.
Blinde vlek: plaats van het netvlies waar de oogzenuw het oog verlaat en waar geen zintuigcellen liggen.
Oogzenuw: onderdeel van het oog dat impulsen naar de hersenen geleidt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat vond je van werken met LessonUp?

Slide 11 - Open vraag