1.
Verschil tussen Weer en Klimaat: • Beschrijf het verschil tussen weer en klimaat, gebruik voorbeelden.
2. Klimaatgrafiek Aflezen: Zoek hiervoor zelf een grafiek op en plak hem in het document.
• Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is de warmste maand volgens de grafiek?
2. Wat is de koudste maand volgens de grafiek?
3. Breedtegraad en Temperatuur:
• Noteer in 2-3 zinnen hoe de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.
4. Reflectie:
• Schrijf 1-2 zinnen over wat je hebt geleerd tijdens deze opdracht.