§3: Deel 1 / Weer & Klimaat

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je boeken open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in bij LessonUp
  • Ga alvast aan de slag met blz. 64
timer
3:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je boeken open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in bij LessonUp
  • Ga alvast aan de slag met blz. 64
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les:
  • begrijp je het verschil tussen weer en klimaat en kun je een klimaatgrafiek aflezen;
  • weet je dat de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige keer?

Slide 4 - Woordweb

Zelfstandig:
1. Verschil tussen Weer en Klimaat:
 • Beschrijf het verschil tussen weer en klimaat, gebruik voorbeelden.

 2. Klimaatgrafiek Aflezen: Zoek hiervoor zelf een grafiek op en plak hem in het document.
 • Beantwoord de volgende vragen:
 1. Wat is de warmste maand volgens de grafiek?
 2. Wat is de koudste maand volgens de grafiek?
 
3. Breedtegraad en Temperatuur:
 • Noteer in 2-3 zinnen hoe de breedteligging invloed heeft op de temperatuur.
 
4. Reflectie:
 • Schrijf 1-2 zinnen over wat je hebt geleerd tijdens deze opdracht.

Slide 5 - Tekstslide

A: ik volg de les klassikaal

B: ik ga zelfstandig aan de slag met het lesdoel.
A
Klassikaal
B
Zelfstandig

Slide 6 - Quizvraag

Waar denk je aan bij het begrip "weer"?

Slide 7 - Woordweb

Het weer:
Je meet:
  • temperatuur
  • neerslag
  • wind
  • op 1 plaats
  • op 1 moment
  • kan elk moment veranderen

Slide 8 - Tekstslide

Het Klimaat (1):
Je meet:
  • het gemiddelde weer
  • over 30 jaar
  • in een groter gebied
  • kan niet snel veranderen

Slide 9 - Tekstslide

Het Klimaat (2):
Van warm naar koud = van evenaar naar pool:
  1. Tropisch klimaat
  2. Droog klimaat
  3. Gematigd klimaat
  4. Koud/Pool klimaat


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken:
blz. 64, 65 & 66


Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.
timer
4:00

Slide 12 - Tekstslide

landschap in de tropische zone: Wat zie je?

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerken Tropisch Klimaat:
  • hele jaar warm, ± 28°C
  • nooit kouder dan 18°C
  • veel neerslag
  • soms deel van het jaar droog

Slide 14 - Tekstslide

Landschap in de droge zone: Wat zie je?

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken Droog Klimaat:
  • bijna geen neerslag
  • grote temperatuurverschillen

Slide 16 - Tekstslide

Landschap in de gematigde zone: Wat zie je?

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken Gematigd Klimaat:
  • niet heel warm of heel koud
  • hele jaar neerslag
  • soms deel van het jaar droog
  • 4 seizoenen in de natuur

Slide 18 - Tekstslide

Landschap in de koude zone: Wat zie je?

Slide 19 - Tekstslide

Kenmerken Pool Klimaat:
  • hele jaar koud
  • zomertemperatuur niet boven 10°C
  • weinig neerslag, in de vorm van sneeuw

Slide 20 - Tekstslide

Klimaatgrafiek
Je kunt een klimaat herkennen aan het landschap dat je ziet zoals je bij de vorige dia's hebt gezien. Dit is niet de enige manier, je kunt het klimaat ook weergeven in een grafiek: De klimaatgrafiek 
  • de gemiddelde temperatuur en gemiddelde neerslag van een plaats in 1 jaar in een grafiek.
  • aan de hand van zo'n grafiek kun je bepalen welk klimaat een plaats  heeft.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Sleepvraag

Breedteligging en temperatuur
Lees Ligging op aarde en temperatuur op blz. 66.

  1. Wat is de evenaar?
  2. Waar ligt de lage breedte en waar de hoge breedte?
  3. Waarom is het op de polen kouder dan bij de evenaar?

Slide 23 - Tekstslide

Wat is het belangrijkste verschil tussen weer en klimaat?
A
Weer beschrijft het gemiddelde van de weersomstandigheden over een lange periode, terwijl klimaat de dagelijkse weersomstandigheden beschrijft.
B
Weer beschrijft de dagelijkse weersomstandigheden, terwijl klimaat het gemiddelde van de weersomstandigheden over een lange periode beschrijft.
C
Weer en klimaat beschrijven beide de dagelijkse weersomstandigheden, maar klimaat is nauwkeuriger.
D
Weer en klimaat zijn synoniemen en betekenen hetzelfde.

Slide 24 - Quizvraag

Hoe beïnvloedt de breedteligging de temperatuur van een plaats?

Slide 25 - Open vraag

(Af)maken
blz. 64, 65 & 66



Klaar? In stilte even iets voor jezelf doen op de iPad.

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken: lever hier de uitwerking in.

Slide 27 - Open vraag