P3 - les 4 - 8 februari 2023

Les 4 - periode 3 - 8 februari 2023
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4 - periode 3 - 8 februari 2023

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy?
- Korte terugblik op de vorige les 
'ir' (=gaan)
'ir' + a + plaats/werkwoord/uitdrukking
(=iets gaan doen)

- Zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord







Slide 2 - Tekstslide

El verbo 'ir' (=gaan)
voy
ik ga
vas
jij gaat
va
hij, zij gaat
vamos
we gaan
vais
jullie gaan
van
zij (mv) gaan

Slide 3 - Tekstslide

'Ir' + a = iets gaan doen
Het werkwoord 'ir' + de toevoeging van het voorzetsel 'a' wordt gebruikt om aan te geven dat je iets gaat doen. 
Je moet het werkwoord 'ir' natuurlijk nog wel in de juiste persoon vervoegen.

Ik ga naar de markt.                             Voy al (a + el) mercado.
Morgen ga je naar school.                 Mañana vas a la escuela.

Slide 4 - Tekstslide

Ejercicio 4 (página 10)
¿Qué tengo que llevar (=meenemen) cuando......?

  1. Voy de viaje al extranjero.            Mi pasaporte
  2. Voy a una entrevista de trabajo.                CV y mi identificación
  3. Voy al gimnasio             Ropa de deporte
  4. Voy de compras              Dinero ;-)
  5. Voy a la oficina              El ordenador

Slide 5 - Tekstslide

Combinatie zelfst. nmw. & bijv. nmw.
In het Spaans komt het bijvoeglijk naamwoord altijd áchter het zelfstandig naamwoord. Precies andersom dan bij ons ;-)!

De mooie stad - La ciudad bonita
De mooie steden - Las ciudades bonitas

Het goede boek - El libro bueno
De goede boeken - Los libros buenos

Slide 6 - Tekstslide

UITZONDERINGEN
De bijvoeglijke naamwoorden die vóór het zelfstandig naamwoord komen, zijn

- poc@ =weinig                      Tengo poco tiempo.
 - much@ =veel                          Tengo muchos deberes (=huiswerk).
- primer(@) =eerste          Esta es mi primera nota (=cijfer)
- segund@ =tweede     Estoy en la segunda planta (=verdieping).

Slide 7 - Tekstslide

Ejercicio 1a - 1b (pág. 11/12)
Maak juiste combinaties van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden (1a)

LET OP: mannelijk en vrouwelijk
& enkelvoud en meervoud zijn BELANGRIJK

Zoek onbekende woorden op, en noteer die (1b).
timer
8:00

Slide 8 - Tekstslide

Ejercicio 1a (pág. 11)
Algunos ejemplos (=een paar voorbeelden):

El empleado sociable
Los productos buenos
La empresa nacional
Las ciudades antiguas

Slide 9 - Tekstslide

Ejercicio 1b (página 12)
la empresa
de onderneming/het bedrijf
el (la) vendedor(a)
de verkoper/verkoopster
el empleado/la empleada
de werknemer/werkneemster
el jefe/la jefa
de baas/de bazin
dur@
moeilijk, streng
car@
duur

Slide 10 - Tekstslide

Maak een juiste combinatie van een zelfst. nmw. + 
een bijv. nmw.

Slide 11 - Tekstslide

Ejercicio 2 (página 12)
Maak juiste zinnen door de woorden in de goede volgorde te zetten! Zoek onbekende woorden op!


timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Los deberes 

No tenéis deberes :-)

¿Preguntas o comentarios?


Slide 13 - Tekstslide