In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
3 KBL H 1 Stoffen
H 1 Stoffen
Slide 1 - Tekstslide
Pim gaat piepschuim verwerken. Op de tube lijm staat dit pictogram. Noteer een voorzorgmaatregel die Pim moet nemen bij het lijmen
Slide 2 - Open vraag
Stofeigenschappen, wel of niet?
Wel
Niet
Brandbaarheid
Volume
Massa (gewicht)
Dichtheid
Kleur
Geur
Slide 3 - Sleepvraag
Hoeveel ml zit in de rechter maatcilinder?
A
22 ml
B
23 ml
C
24 ml
D
27 ml
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het volume van de steen?
Lees de maatcilinders goed af en
reken uit!
A
7 ml
B
8,5 ml
C
9 ml
D
9,5 ml
Slide 5 - Quizvraag
Sleep de begrippen naar de juiste veiligheidspictogrammen.
Er blijft 1 begrip over!!
irriterend
corrosief
ontvlambaar
oxiderend
giftig
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen recyclen en hergebruik?
Slide 7 - Open vraag
Sleepvraag
Hergebruik
Recyclen
Kleding inzamelen voor arme mensen
Oud papier inzamelen
Lege baterijen opladen
Tuinafval composteren
Slide 8 - Sleepvraag
De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee
Slide 9 - Quizvraag
De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
Slide 10 - Quizvraag
De dichtheid van ijs is .... dan de dichtheid van water
De dichtheid van ijs is ....... dan de dichtheid van water.
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
Slide 11 - Quizvraag
Hoe bereken ik de dichtheid?
A
volume delen door massa
B
massa delen door oppervlakte
C
kracht delen door oppervlakte
D
massa delen door volume
Slide 12 - Quizvraag
Dit blok eikenhout is 10 cm, bij 16 cm, bij 30 cm.
De dichtheid is 0,71 g/cm3.
Bereken de massa van dit blok hout.
Massa = dichtheid x volume
Slide 13 - Open vraag
Wat is GEEN eigenschap van kunststoffen?
A
Het kan goed tegen water
B
Het breekt gemakkelijk
C
Het gaat lang mee
D
Je kunt het kleuren
Slide 14 - Quizvraag
Waaruit bestaat een molecuul?
A
uit kleine deeltjes stof
B
uit atomen
C
uit monoculen
D
uit water deeltjes
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een molecuul?
A
Een klein deeltje van een stof.
B
Het kleinste deeltje van een stof met de eigenschappen van die stof.
C
Een onderdeeldeel van een atoom.
Slide 16 - Quizvraag
Noem 4 stofeigenschappen
Slide 17 - Open vraag
Sleep de fase-overgang naar de juiste plek!
LET GOED OP! Kijk hoe de pijlen lopen!
rijpen
stollen
verdampen
sublimeren
smelten
condenseren
Slide 18 - Sleepvraag
De temperatuur van een glas met cola is 4 °C. Bereken de temperatuur van de cola in Kelvin
Slide 19 - Open vraag
Het absolute nulpunt is de laagst mogelijke temperatuur. Welke temperatuur is niet mogelijk?
A
1.000 °C
B
- 37 K
C
0 K
D
- 270 °C
Slide 20 - Quizvraag
Eén van de bestanddelen van verf heeft een kookpunt van 373 K. Wat is deze stof?
A
melk
B
water
C
waterdamp
D
alcohol
Slide 21 - Quizvraag
Je houdt een voorwerp onder water vast. Als je het voorwerp los laat zie je dat het naar de oppervlakte gaat. Leg uit wat je nu weet van de dichtheid van dat voorwerp en hoe je dat weet.
Slide 22 - Open vraag
Een ring heeft een massa van 24,15 g en een volume van 2,3 cm3. Van welk materiaal is de ring gemaakt? Laat de berekening zien en zoek op welk materiaal het is!!
Slide 23 - Open vraag
Wat gebeurt er met de luchtdruk als je een berg beklimt?
A
Drukt neemt toe
B
Druk neemt af
C
Druk blijft gelijk
Slide 24 - Quizvraag
Deze schoen heeft een oppervlakte van 500 cm2. De schoen drukt met een kracht van 400 N op de grond. Bereken de druk.
timer
3:30
Slide 25 - Open vraag
Pim gaat piepschuim verwerken. Op de tube lijm staat dit pictogram. Noteer een voorzorgmaatregel die Pim moet nemen bij het lijmen
Slide 26 - Open vraag
De snelheid waarmee moleculen bewegen is een maat voor de temperatuur. Leg uit waarom de temperatuur van ijs lager moet zijn dan die van waterdamp.
Slide 27 - Open vraag
Hoe heet de massa van 1 cm³ van een stof?
A
volume
B
kilogram
C
dichtheid
D
gram
Slide 28 - Quizvraag
In BINAS vmbo wordt het smeltpunt van vaste stoffen aangegeven in kelvin. Met welke formule kun je de temperatuur in K omrekenen naar een temperatuur in °C?