JdW_SP_P1_H2 donde esta

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te doen...
  1. Ga op je plekje zitten
  2. Doe je jas uit
  3. Telefoon in het Zakkie
  4. Oortjes uit
  5. Boek en etui op tafel
  6. Tas op de grond
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objetivos de hoy
  • Het werkwoord ESTAR (zijn)

Eind van de les kan jij...
...het werkwoord ESTAR vervoegen.
...M/V woorden herkennen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿De dónde eres? Soy ...
¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 
berber, árabe, turco, francés, papiamento...)
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Dónde estás? Estoy en ...
¿Quién es tu amiga/amigo? Ella es (ze is)/El es (hij is)...
¿Cómo? Hoe?
¿Dónde? Waar?
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soy=ik ben, soy de=ik kom uit. 
yo 
soy
ik ben
eres
jij bent
él/ella/usted
es
hij/zij is, u bent
nosotros/-as
somos
wij zijn
vosotros/-as
sois
jullie zijn
ellos/-as/ustedes
son
zij zijn, u mv. bent
yo
soy de
ik kom uit
eres de
jij komt uit
él/ella/usted
es de
hij/zij/u komt uit
nosotros/-as
somos de
wij komen uit
vosotros/-as
sois de
jullie komen uit
ellos/-as/ustedes
son de
zij komen uit, u mv. komt uit

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soy=ik ben, soy de=ik kom uit. 
yo
soy de
ik kom uit
eres de
jij komt uit
él/ella/usted
es de
hij/zij/u komt uit
nosotros/-as
somos de
wij komen uit
vosotros/-as
sois de
jullie komen uit
ellos/-as/ustedes
son de
zij komen uit, u mv. komt uit

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

soy=ik ben, soy de=ik kom uit. 
yo 
soy
ik ben
eres
jij bent
él/ella/usted
es
hij/zij is, u bent
nosotros/-as
somos
wij zijn
vosotros/-as
sois
jullie zijn
ellos/-as/ustedes
son
zij zijn, u mv. bent

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hola, soy Rowan. Tengo 66 años. Soy de inglaterra y vivo en Londres.
Hola, soy Shakira. Tengo 44 años. Soy de colombia y vivo en Barcelona.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soy = Ik ben
Hola, Soy Rayan. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voy = ik ga 
Yo voy a la playa 
ik ga naar het strand

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je op vakantie doen ? 


Voy a nadar
Voy a surfear
Vamos a leer 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

voy a reír, voy a bailar
voy a reír, voy a gozar

para qué sufrir
para qué llorar

voy a vivir el momento
voy a escuchar en silencio

empieza a soñar
ik ga lachen, ik ga dansen
ik ga lachen, ik ga genieten

waarom lijden
waarom huilen

ik ga het moment (be)leven
ik ga in stilte luisteren

begin te dromen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

naar = a (voorzetsel)
Ik ga naar het zwembad

Voy a la piscina                   Ik ga naar het zwembad.   
Voy a las clases                   Ik  ga naar de lessen.              
Voy al instituto                    Ik ga naar school.              ( a + el = al )        
Voy a los abuelos               Ik ga naar  opa en oma        
Voy a Nijmegen                  Ik ga naar Nijmegen.                                    
Ik ga naar de school.        Voy al instituto.
Ik ga naar Spanje.              Voy a España.
Ik ga naar de kantine.       Voy al comedor.
Ik ga naar de bergen        Voy a las montañas.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Link

Deze slide heeft geen instructies


A
el perro está encima de la caja
B
el gato está debajo de la caja
C
el gato está encima de la caja
D
el perro está delante de la caja

Slide 15 - Quizvraag

let op voorzetsel EN dier!
- Wat is el perro?= de hond
la caja= de doos
¿Dónde está el elefante?
A
a la izquierda de la silla
B
debajo de la silla
C
al lado de la silla

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ENTRE betekent:
A
Voor
B
Naast
C
Tussen
D
door

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Donde está la manzana?
A
en la caja
B
entre las cajas
C
entre la caja
D
en las cajas

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está la pelota?
A
debajo de la mesa
B
encima de la mesa
C
debajo la mesa
D
encima la mesa

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está el perro?
A
a la derecha del grifo
B
delante del grifo
C
enfrente del grifo
D
a la izquierda del grifo

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está el oso?
A
al lado de los libros
B
encima de los libros
C
debajo de los libros
D
enfrente de los libros

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está Paco?
A
lejos de Carmen
B
entre Carmen
C
a la derecha de Carmen
D
enfrente de Carmen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está el perro?
A
a la derecha del grifo
B
encima del grifo
C
debajo del grifo
D
la izquierda del grifo

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está ...?= Waar is...?
Está...= Het is...
enfrente = tegenover
al lado = naast
cerca = dicht bij
lejos = ver
aquí = hier
allí = daar

¿Qué hay en la ciudad? =
Wat is er in de stad?
Hay...=Er is.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡A corregir
Leer C, blz. 12, tekstboek
Leer C, opdrachten 6A, 6B, 7 in werkboek A

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde estás?

Estoy en la escuela.
Estoy en el local 1.13.
Estoy en la piscina.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Dónde está la piscina?

La piscina está en el camping.
La piscina está enfrente del restaurante.
La piscina está al lado de la tienda.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Buen trabajo!
¡Suerte!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies