vocabulaire U3 App 1, 2, 4 écrire
1 / 11
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
de computer
A
le computer
B
l'internet
C
le tutorial
D
l'ordinateur
Slide 2 - Quizvraag
mijn wachtwoord is ...
A
ma mot d'attente est...
B
mon mot de passe est...
C
mon password est...
D
mon mot-cléf est...
Slide 3 - Quizvraag
een digitaal programma
A
un programme digital
B
un digital programme
C
un programme numérique
D
un numérique programme
Slide 4 - Quizvraag
downloaden en opslaan
A
sauvegarder et enregistrer
B
enregistrer et supprimer
C
télécharger et sauvegarder
D
enregistrer et télécharger
Slide 5 - Quizvraag
wel woord hoort er niet bij?
la chaîne - le youtubeur - le chargeur - marrant
vertaal dat woord.
la chaîne - le youtubeur - le chargeur - marrant
vertaal dat woord.
Slide 6 - Open vraag
welk woord hoort er niet bij ?
A
gagner
B
différent
C
rencontrer
D
enregistrer
Slide 7 - Quizvraag
dagelijks =
A
la journée
B
quotidien
C
régulièrement
D
accro
Slide 8 - Quizvraag
wat betekent:
je ne sauvegarde rien du tout !
je ne sauvegarde rien du tout !
Slide 9 - Open vraag
wat betekenen de volgende werkwoorden:
écrire - arrêter- développer
écrire - arrêter- développer
A
schrijver - arresteren - ontwikkelen
B
schrijven - stoppen - versturen
C
schrijven - stoppen - ontwikkelen
D
schrijven - stoppen'- ontmoeten
Slide 10 - Quizvraag
schrijf het rijtje van het werkwoord
'écrire' op
'écrire' op
