Selectie van een aandrijving voor een lopende band

Selectie van een aandrijving voor een lopende band
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Selectie van een aandrijving voor een lopende band

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een verslag maken over het selecteren van een aandrijving voor een lopende band van 10 meter en 0,5 m breed, inclusief relevante berekeningen en onderbouwde keuzes.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het onderwerp en maak het leerdoel duidelijk.
Wat weet je al over het selecteren van een aandrijving voor een lopende band?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven informatie
Een lopende band van 10 meter en 0,5 m breed. Snelheid van de band 0,15cm/seconde. Netspanning 400 Volt.

Slide 4 - Tekstslide

Geef de relevante informatie weer en zorg ervoor dat de studenten deze begrijpen.
Berekening snelheid van de band
Om de snelheid van de band te berekenen, delen we de snelheid in cm/seconde door 100 om deze om te zetten in meters per seconde. 0.15 cm/seconde = 0.0015 m/s.

Slide 5 - Tekstslide

Laat de studenten zien hoe ze de snelheid van de band kunnen berekenen en leg uit waarom dit belangrijk is.
Berekening aanlooptijd
De aanlooptijd is de tijd die nodig is om de band op de gewenste snelheid te krijgen. Om de aanlooptijd te berekenen, gebruiken we de formule: Aanlooptijd = Snelheid / Versnelling. De versnelling is afhankelijk van het soort aandrijving.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit waarom de aanlooptijd belangrijk is en hoe deze kan worden berekend.
Berekening wrijvingskracht
De wrijvingskracht is de kracht die nodig is om de band in beweging te brengen en te houden. Om de wrijvingskracht te berekenen, gebruiken we de formule: Wrijvingskracht = Wrijvingscoëfficiënt x Gewicht. De wrijvingscoëfficiënt is afhankelijk van de materialen die worden gebruikt.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit waarom de wrijvingskracht belangrijk is en hoe deze kan worden berekend.
Berekening rolweerstand
De rolweerstand is de weerstand van de rollen waar de band overheen loopt. Om de rolweerstand te berekenen, gebruiken we de formule: Rolweerstand = Rolweerstandcoëfficiënt x Gewicht. De rolweerstandcoëfficiënt is afhankelijk van het materiaal van de rol en de ondergrond.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom de rolweerstand belangrijk is en hoe deze kan worden berekend.
Berekening toerental
Om het toerental te berekenen, gebruiken we de formule: Toerental = Snelheid / Omtrek. De omtrek is gelijk aan de breedte van de band.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de studenten zien hoe ze het toerental kunnen berekenen en leg uit waarom dit belangrijk is.
Berekening elektrisch vermogen
Om het elektrisch vermogen te berekenen, gebruiken we de formule: Vermogen = Kracht x Snelheid. De kracht is gelijk aan de som van de wrijvingskracht en de rolweerstand.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit waarom het elektrisch vermogen belangrijk is en hoe deze kan worden berekend.
Keuze van de motor
Op basis van de berekeningen kunnen we de juiste motor kiezen. De motor moet het benodigde vermogen kunnen leveren en geschikt zijn voor de netspanning van 400 Volt.

Slide 11 - Tekstslide

Laat de studenten zien hoe ze de juiste motor kunnen kiezen en leg uit waarom dit belangrijk is. Sluit af met conclusies en aanbevelingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.