Fotografie les 14: Autofocusmethoden

Fotografie
Les 14
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FotografieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fotografie
Les 14

Slide 1 - Tekstslide





Terugblik: Waar ging de vorige les over?
Les van vandaag: Autofocusmethoden
Doel van de les: Aan het eind van de les ken jij de verschillende autofocusmethoden.
Klassikale les: Uitleg over de verschillende autofocusmethoden.
Zelfstandig: Oefenen met instellen van de autofocusmethoden.
Evaluatie: samen bespreken wat je merkte bij iedere methode.




Slide 2 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij "autofocusmethoden?"

Slide 3 - Woordweb


Om dit te begrijpen is het goed om te weten wat de camera precies doet bij het scherpstellen en op welk moment de scherpstelling plaatsvindt.
Met de autofocusmethode bepaal je op welke manier de camera moet scherpstellen.

Slide 4 - Tekstslide

  • Bij het scherpstellen wordt de afstand tussen de camera en het onderwerp waarop je scherpstelt gemeten. Dit noemen we de scherpstelafstand. 
  • De afstand wordt uiteindelijk aan het objectief doorgegeven die de lenselementen zo instelt dat het onderwerp scherp weergegeven wordt.

Slide 5 - Tekstslide

  • Het half indrukken van de ontspanknop is het moment van scherpstellen.
  • Het is dus belangrijk de ontspanknop altijd eerst half in te drukken voor de scherpstelling en daarna pas verder in te drukken om de foto te maken

Slide 6 - Tekstslide

Wat gebeurd er met de scherpstelafstand als je een bloem probeert te fotograferen?

  • De afstand tussen de camera en bloem zal gelijk blijven, de bloem beweegt tenslotte niet. Om die reden is het voldoende dat de camera eenmaal scherpstelt.

Slide 7 - Tekstslide

Wat gebeurd er met de scherpstelafstand als je een hond probeert te fotograferen die naar je toe komt rennen?

  • Bij het scherpstellen op een hond die naar je toe rent zal de afstand steeds kleiner worden. De kans is groot dat de afstand al kleiner is op het moment dat je de ontspanknop volledig indrukt. In dit geval is het fijn als de camera vaker scherpstelt.

Slide 8 - Tekstslide

De camera heeft verschillende autofocusmethoden

Slide 9 - Tekstslide

AF-S (One shot)
AF-S staat voor AutoFocus Single, ook wel enkelvoudige autofocus genoemd. De camera stelt scherp zodra jij de ontspanknop half indrukt. De scherpstelafstand wordt in het objectief ingesteld zolang jij de ontspanknop half ingedrukt houdt. Hiermee kan je de scherpstelafstand als het ware vastzetten. Deze scherpstelmethode kun je het beste gebruiken voor stilstaande onderwerpen.

Slide 10 - Tekstslide

AF-C (Al Servo)
AF-C staat voor AutoFocus Continuous, ook wel continue autofocus genoemd. In deze stand stelt de camera continue scherp zolang jij de ontspanknop half ingedrukt houdt. Een hond die op je af rent kan met deze autofocusmethode goed gefotografeerd worden zolang jij het autofocuspunt op de hond gericht houdt met de ontspanknop half ingedrukt. Als jij de ontspanknop helemaal indrukt om de foto te maken heeft de camera net daarvoor nog de scherpstelafstand aangepast. Het resultaat is een rennende hond die haarscherp op de foto staat!

Slide 11 - Tekstslide

AF-A
Dit staat voor Autofocus Automatic, ook wel de automatische autofocus genoemd. In deze stand gaat de camera zelf bepalen of AF-S of AF-C toegepast wordt. Hiermee verlies je als fotograaf de controle over de autofocus en is het gokken wat de camera doet. Het is dus niet aan te raden deze stand te gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

We pakken de camera erbij en gaan dit oefenen!
  • Kijk of jij op jouw camera het AF knopje kunt vinden. 
  • Probeer de verschillende mogelijkheden eens uit.

Slide 13 - Tekstslide

Met welk knopje regel ik de autofocusmethode?
A
ISO
B
Drive
C
Menu
D
AF

Slide 14 - Quizvraag

De instelling AF-S (One Shot) staat voor?
A
Autofocus Continuous
B
Autofocus Single
C
Autofocus Automatic

Slide 15 - Quizvraag

Met AF-S kan ik..
A
De scherpstelafstand vastzetten.
B
Bewegende onderwerpen vastleggen
C
Dit bepaald de camera

Slide 16 - Quizvraag

AF-C (Al Servo) staat voor..
A
Autofocus Single
B
Autofocus continuous
C
Autofocus autmomatic

Slide 17 - Quizvraag

Met AF-C (Al Servo) kan ik..
A
De scherpstelafstand vastzetten
B
Bewegende onderwerpen vastleggen
C
Dit bepaald de camera

Slide 18 - Quizvraag

EVALUATIE
  • Heb ik mijn doel bereikt? (Ken ik de autofocusmethoden?)
  • Lukt het jou om de camera zelfstandig in te stellen?
  • Ik weet welke autofocusmethode ik moet gebruiken in welke situatie? 

Slide 19 - Tekstslide