Je krijgt een afbeelding toegewezen uit het Excel-bestand ‘Onderwerpen en afbeeldingenlijst flitspresentaties’. De onderwerpen met de daarbij behorende afbeeldingen zijn genummerd. Achter het nummer staat vervolgens het kenmerkende aspect wat er bij hoort, daarna staat er een link naar de afbeelding waarover je moet presenteren. Vervolgens staan er nog mogelijk extra links naar meer informatie over de afbeelding en het onderwerp.
Je wordt onder andere beoordeeld op de inhoud van je presentatie:
● Je legt uit wat er op de afbeelding te zien is.
● Je legt uit wat deze afbeelding met het betreffende kenmerkende aspect te maken heeft.
● Je legt uit op welke manier de afbeelding met de Nederlandse geschiedenis te maken heeft.