In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
3.3 en verder
Slide 1 - Tekstslide
Plaats de kenmerken bij de bijpassende landschapszone
Savanne
Regenwoud
Steppe
Toendra
Boreale zone
Gematigde zone
zomers niet heel warm en winters niet heel koud
nooit warmer dan 10 graden maar wel een paar maanden boven de 0
Hier regent het jaarlijks tussen de 200 en 400 mm
Altijd warmer dan 18 graden en altijd neerslag
Koude winters, warme zomers
Altijd warmer dan 18 graden en neerslag maar wel met een droge periode
Slide 2 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen een landschapszone en een klimaat?
A
een landschapszone is een gebied met geofactoren,
klimaat gaat over de atmosfeer
B
een landschapszone is een soort klimaat
C
een landschapszone is aaneengesloten, een klimaat niet
D
een landschapszone heeft een bepaalde temperatuur en neerslag
Slide 3 - Quizvraag
De volgende foto is genomen bij het Bajkalmeer, boven Mongolië in Rusland
Kijk er even naar en beantwoord de volgende vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Welke landschapszone ligt er rond het Baijkalmeer?
A
gematigde zone
B
landklimaat
C
boreale zone
D
polaire zone
Slide 6 - Quizvraag
Welke vegetatie kenmerkt de boreale zone?
A
naaldwoud
B
gras
C
loofwoud
D
struiken en mos
Slide 7 - Quizvraag
In welke richting verschuiven de landschapszones door de huidige klimaatverandering?
A
naar de polen
B
naar het westen
C
naar de evenaar
D
naar de zee
Slide 8 - Quizvraag
Welke landschapszone zal meer oppervlak van de aarde innemen door klimaatverandering?
A
de gematigde landschapszone
B
de subtropische zone
C
de (semi)aride zone
D
de polaire zone
Slide 9 - Quizvraag
Tekst
Tekst
plaats in elk vak een oranje ls zone en een groene plantengroei
steppe
(semi)aride ls zone
regenwoud
savanne
(semi)aride ls zone
subtrop. ls zone
mediterraan
woestijn
tropische ls zone
tropische ls zone
loofwoud
gematigde ls zone
naaldwoud, taiga
boreale ls zone
ijs
polaire ls zone
toendra
polaire ls zone
Slide 10 - Sleepvraag
Wat zijn de verschillende vormen van landdegradatie die je op de foto's ziet?
Ontbossing
Overbeweiding
Bodemuitputting
Bodemerosie
Verwoestijning
Verzilting
Slide 11 - Sleepvraag
Verklaar hoe het kan dat de mens ervoor kan zorgen dat een akker verzilt.
Slide 12 - Open vraag
Verklaar hoe het kan dat er meer verwoestijning zal ontstaat wanneer de bevolkingsdruk toeneemt.
Slide 13 - Open vraag
Van welk proces is sprake op de foto?
A
verzilting
B
bodemerosie
C
verwering
D
verwoestijning
Slide 14 - Quizvraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: Factoren die door hun onderlinge relaties landschapszones vormen. De belangrijkste zijn het klimaat, de gesteenten, het reliëf en de mens.
Slide 15 - Open vraag
Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving: De achteruitgang van de kwaliteit van de bodem en het landschap door verdroging, bodemerosie, bodemuitputting en verzilting.