In deze les zitten 38 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 180 min
Onderdelen in deze les
Executieve functies
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Wat zijn de executieve functies
De verschillende functies uitgelegd.
Spellen als krachtig leermiddel.
Slide 2 - Tekstslide
Figuur van Rey
Slide 3 - Tekstslide
De term executieve functies
Parapluterm voor de vaardigheden die nodig zijn om
Tot zorgvuldig en doelgericht gedrag te komen.
Taken uit te voeren.
Zelfstandigheid te bereiken.
Slide 4 - Tekstslide
Denken
Werkgeheugen
Planning
Organisatie
Timemanagement
Metacognitie
Flexibiliteit
Doen
Reactie-inhibitie
Emotieregulatie
Volgehouden aandacht
Taakinitiatie
Doelgericht doorzettingsvermogen
Flexibiliteit
Slide 5 - Tekstslide
Weten we nog?
Teken de figuur die je aan het begin hebt getekend nogmaals. Maar dit keer zonder te spieken. (Fouten maken mag natuurlijk, anders leer je er niks van)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
De hersenen
Hier worden de executieve functies geregeld en ontwikkeld.
De prefrontaalkwab speelt een sleutelrol
Groeien en snoeien.
Iedereen ontwikkeld op zijn eigen tempo.
Pas zo rond het 25e levensjaar volledig ontwikkeld.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Respons inhibitie
Het vermogen om na te denken voor je iets doet.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Hoe uit een tekort zich in gedrag.
Dingen roepen zonder een vinger op te steken.
Door de klas lopen op de verkeerde momenten.
Niet van anderen af kunnen blijven.
Dingen doen zonder de gevolgen te overzien.
Slide 12 - Tekstslide
Taakinitiatie
Het vermogen om zonder te dralen aan een taak te beginnen, op tijd en op een efficiënte wijze.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe uit een tekort zich in de les.
Moeite met het losrukken van iets (leuks) om aan het werk te gaan.
(Huis) werk zo lang mogelijk uitstellen.
Veel externe sturing nodig hebben om aan het werk te gaan.
Door de klas dralen of uit het raam blijven kijken als er gewerkt moet worden.
Slide 14 - Tekstslide
Timemanagement
De vaardigheid om in te schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je deze het beste kunt verdelen en hoe je een deadline moet halen.
Slide 15 - Tekstslide
Hoe uit een tekort zich in gedrag?
De leerling mist deadlines.
De leerling heeft moeite met op tijd komen, op tijd beginnen, op tijd iets doen.
De leerling vind het moeilijk om in te schatten hoe lang een opdracht duurt.
De leerling komt in tijdnood.
De leerling kan niet werken onder tijddruk.
Slide 16 - Tekstslide
Planning
Het vermogen om een plan te bedenken, om een doel te bereiken of een taak te voltooien. En het vermogen om te beslissen waar de aandacht op gericht wordt.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Hoe uit een tekort zich in gedrag
Een leerling kan moeite hebben met een lange termijn project of doel.
een leerling kan geen tijdsplanning maken en zich niet aan een planning houden.
Een leerling kan moeite hebben om taken op te delen in kleinere stukken.
Slide 19 - Tekstslide
Organisatie
Het vermogen om zaken te ordenen volgens een bepaald plan of systeem.
(Hangt erg samen met planning)
Slide 20 - Tekstslide
Hoe uit een tekort zich in gedrag?
Bureau of tafel zijn een bende.
Schriften, pennen, potloden zijn kwijt of niet aanwezig.
Aantekeningen niet op orde.
De leerling kan zijn spullen niet vinden.
Geen boeken, schoolspullen, gymkleren niet bij zich.
Slide 21 - Tekstslide
Flexibiliteit
De vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen.
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Hoe uit een tekort zich in gedrag.
Overstuur raken als iets anders gaat dan anders.
Brutaal reageren als dingen anders zijn dan eerst gedacht.
Moeite hebben met het vinden van verschillende oplossingen.
Zich verzetten tegen verandering in plannen.
Moiete met open vragen.
Anderen de schuld geven.
Slide 24 - Tekstslide
Tekenen maar
Teken nogmaals de figuur van Rey
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Doelgericht doorzettingsvermogen
Het vermogen om doelgericht te werken zonder afgeleid te raken.
Slide 27 - Tekstslide
Hoe uit een tekort zich in gedrag?
De leerling kan taken moeilijk volhouden.
het is voor de leerling lastig of zelfs onmogelijk om na een onderbreking met een taak verder te gaan.
De leerling heef moeite om zijn of haar blik op de toekomst te stellen.
Slide 28 - Tekstslide
Een kind in groep 8 kan gevaarlijke situaties inschatten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Video
Volgehouden aandacht
Het vermogen om de aandacht vast te houden bij een situatie of taak ondanks afleidingen.
Slide 31 - Tekstslide
Hoe uit een tekort zich in gedrag?
Een leerling krijgt zijn/haar werk niet op tijd af.
De leerling stopt voordat het werk echt af is.
De leerling wisselt vaak tussen activiteiten.
De leerling raakt afgeleid door van alles en nog wat.
Slide 32 - Tekstslide
Werkgeheugen
Het werkgeheugen is een onderdeel van ons geheugen waar informatie in kan worden 'geladen' en bewerkt.
Slide 33 - Tekstslide
Capaciteit
Beperkte capaciteit: 6-7 items.
Bij betekenisloze info is dit veel minder.
Slide 34 - Tekstslide
Hoe uit een tekort zich in gedrag
Een leerling die veel beweegt tijdens een taak kan last hebben van een zwak werkgeheugen.
Een leerling kan zich heel moeilijk is ruimtelijks voorstellen.
Slecht kunnen hoofdrekenen.
Een leerling kan dichtklappen bij teveel informatie. (ik krijg error).
Kunnen bepaalde structuren niet onthouden. (telefoon inleveren bij binnenkomst, jast uit e.d.
Slide 35 - Tekstslide
Emotieregulatie
Het vermogen om emoties te reguleren, taken te voltooien of gedrag te controleren en te sturen.
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Video
Hoe uit een tekort in gedrag zich
Snel in paniek bij een toets.
Boos worden om kleine dingen
Snel geïrriteerd op anderen reageren.
Vaak de schuld bij anderen leggen.
Snel een sterke emotionele reactie tonen bij een gebeurtenis.