T6BS6 zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

BS 6 Het zenuwstelsel

Vandaag kan je:

- werken aan je verslagen die donderdag af moeten zijn

- opdrachten maken tot en met BS 6

- lesson-up (terug)kijken als je dingen niet snapt

Doelstelling

• Je moet weten hoe het zenuwstelsel is opgebouwd
• Je moet kunnen omschrijven wat een zenuw is 
• Je moet drie typen zenuwen kunnen noemen met hun functies en kenmerken

Het zenuwstelsel bestaat uit:

• Hersenen
• Ruggenmerg
• Zenuw
  

Een zenuwcel bestaat uit:

- een cellichaam (2) met een celkern (3)

- uitlopers (1 en 4) die impulsen geleiden 

- een beschermend laagje (5) waardoor de impulsen heel snel doorgegeven kunnen worden

De bouw van een zenuwcel

Drie typen zenuwcellen:

Gevoelszenuw cel

Van zintuig naar centraal zenuwstelsel, lange uitloper naar cellichaam toe

Cellichaam vlakbij het centrale zenuwstelsel

Schakelcel

Liggen geheel in het centrale zenuwstelsel

Verbindt gevoelszenuwcellen met de bewegingszenuwcellen

Bewegingszenuw cel

Van centraal zenuwstelsel naar de spieren, lange uitloper vanaf cellichaam

Cellichaam ligt in het zenuwstelsel

gevoelszenuw -> schakelcel 

->bewegingszenuw

Weet je nu:

- hoe het zenuwstelsel is opgebouwd?

- wat een zenuw is en hoe deze is opgebouwd?

- welke drie typen zenuwen er zijn en wat hun functies en kenmerken zijn?

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?

1. Zenuwstelsel
2. Hersenstelsel
3. Centraal zenuwstelsel
4. Autonoom zenuwstelsel

Van welk type zenuwcel is de uitloper in de afbeelding?

1. Bewegingszenuwcellen
2. Gevoelszenuwcellen
3. Schakelcellen

Waar liggen de schakelcellen?

1. Buiten het centrale zenuwstelsel
2. In de zintuigen
3. In het centrale zenuwstelsel
4. In de zenuwen

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen/ sensorische neuronen impulsen?

1. Naar het centrale zenuwstelsel toe
2. Van het centrale zenuwstelsel af

Extra filmpjes

https: