Effilatietechnieken

les 4: Knippen/ effilatie
uv-platvorm niv3.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
KapperMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

les 4: Knippen/ effilatie
uv-platvorm niv3.

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je onthouden/geleerd van de vorige les?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
De student:
  • Kan de kenmerken benoemen van de 4 basiskniptechnieken
  • Kan de verschillende scharen bij naam noemen
  • Kennis gemaakt met de  functie van de scharen
  • Kennis gemaakt met de verschillende effilatie technieken

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je van de 1 lengte lijn? (benoem alles)

Slide 4 - Open vraag

Welke kenmerken horen NIET bij een toenemende lengte?

A
Lagen, boven op kort en lange lengtes in de nek. Meer dan 90graden
B
Lagen boven lang en kortere lengtes in de nek. Minder dan 90 graden

Slide 5 - Quizvraag

Zoek een afbeelding op van een coupe met gelijke lengte.

Slide 6 - Open vraag

1 lengte lengte
Toenemende lengte
Gelijke lengte
Afnemende lengte
0 graden
< 90 graden
>90 graden
90 graden

Slide 7 - Sleepvraag

Effilatie
  • Effilatie betekend uitdunnen.
  • Je kan verschillende effecten aanbrengen in een geknipte of gesneden coupe.

    Het principe van effilatietechnieken is dat de korte haren de lange haren wegduwen.

Slide 8 - Tekstslide

Welke effecten kun je bereiken?
  1. Volume 
  2. Haarpartije vloeiend in elkaar over laten lopen
  3. Richting geven aan het haar

Slide 9 - Tekstslide

Plaatsing
  • Punt-effilatie vallen de haarpunten rustiger en  vloeiend 
  • Lengte-effilatie valt het haar lichter en soepeler.
  • Diepte-effilatie creëer je volume bij de hoofdhuid. 

Slide 10 - Tekstslide

Hoeveel type scharen ken je?
(vul een getal in)

Slide 11 - Open vraag

Schaar
Channel
schaar
coupe schaar
effileer schaar

Slide 12 - Sleepvraag

licht uitdunnend effect te gebruiken voor: punt-, lengte- en diepte-effilatie.
 dunt heel sterk uit. Je gebruikt hem daarom meestal bij punt-effilatie. Lengte-effilatie is ook mogelijk, maar alleen bij klanten met veel haar.
knip je veel verschil in lengte. Je gebruikt deze schaar daarom alleen bij lengte-effilatie. 

Slide 13 - Sleepvraag

Er zijn verschillende technieken
  • slicen
  • inknippen
  • choppen
  • roteren
  • peelen
  • penciltechniek

Slide 14 - Tekstslide

Welke techniek zien we hier?
(het mes staat diagonaal)
A
Choppen
B
Peelen

Slide 15 - Quizvraag

Peelen (mes horizontaal)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen choppen en peelen in het haar? Benoem het effect

Slide 17 - Open vraag

Welke omschrijving past bij deze techniek?
A
Je zet je schaar diagonaal in de punten van het haar en knip je deze schuin in (punt-effilatie)
B
Je knipt het in een bepaalde vorm en geeft een bepaalde richting mee in de punten, lengte en diepte van het haar

Slide 18 - Quizvraag

Slicen

Slide 19 - Tekstslide

Als je partije wilt effileren en een bepaalde richting wilt geven, gebruik je de penciltechniek
De rotatietechniek wordt vooral bij heren gebruikt. Je gebruikt deze techniek om haarpartijen in kort haar vloeiend op elkaar te laten aansluiten. Toe te passen in de diepten, lengten en punten van het haar. 

Slide 20 - Sleepvraag

Kan je de leerdoelen van deze les benoemen?

Slide 21 - Open vraag

Leerdoelen
De student:
  • Kan de kenmerken benoemen van de 4 basiskniptechnieken
  • Kan de verschillende scharen bij naam noemen 
  • Kennis gemaakt met de functie van de scharen 
  • Kennis gemaakt met de verschillende effilatie technieken

Slide 22 - Tekstslide

Einde les
Wil je het nog eens nalezen?
Dat kan in je boek knippen of online op hairlevel.nl

Volgende week:
Blijvend omvormen

Slide 23 - Tekstslide