03. Thema 3.2 - Dieren (1) 13-12

Thema 3: Ordening
Basisstof 2: Dieren
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3: Ordening
Basisstof 2: Dieren

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Huiswerk bespreken
Instructie Thema 3 bs 2
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 13 december
Maken §3.1
+
Leren 3.1
+
Nakijken
KGT
Pak opdracht 4 erbij (werkblad of boek)

Slide 3 - Tekstslide

Waar let je op bij het ordenen van organismen?
A
Celkenmerken
B
Alleen de kleur van de vacht
C
Het geluid dat een dier maakt
D
Aantal poten

Slide 4 - Quizvraag

Celkenmerken

Slide 5 - Tekstslide

Bacteriecellen hebben geen...
A
celwand
B
celmembraan
C
celkern
D
cytoplasma

Slide 6 - Quizvraag

Wat is ordenen?
A
zorgen dat het stil is, orde houden
B
orders maken voor verzending
C
de verschillen zoeken
D
verdelen in groepen met dezelfde kenmerken

Slide 7 - Quizvraag

Bij ordening verdeel je de organismen in
A
4 rijken
B
4 soorten
C
4 afdelingen
D
4 rassen

Slide 8 - Quizvraag

Hebben schimmelcellen een celkern? En bladgroenkorrels?
A
Geen van beiden
B
Alleen een celkern
C
Alleen bladgroenkorrels
D
Beiden

Slide 9 - Quizvraag

Doel: Dieren
  • Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.
  • Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 10 - Tekstslide

Symmetrisch
Symmetrisch wil zeggen dat een organisme (levend wezen) twee gelijke helften heeft. 
De ene kant is het spiegelbeeld van de andere kant. 
Bijvoorbeeld de mens. Als ik van boven naar beneden een lijn trek, zijn beide kanten erg gelijk. 
Als ik ga inzoomen zal dit niet zo zijn. De linkerkant heeft misschien meer sproetjes dan de rechterkant. Maar vanaf een afstand is de mens symmetrisch.

Slide 11 - Tekstslide

Symmetrisch

Net als bijvoorbeeld dit lieveheersbeestje. 
Heel veel dieren zijn symmetrisch. 

Slide 12 - Tekstslide

Verschillende soorten symmetrie

1) Tweezijdig-symmetrisch


2) Veelzijdig-symmetrisch


3) Niet symmetrisch 

Twee dezelfde kanten
Veel dezelfde kanten
Nooit dezelfde kanten

Slide 13 - Tekstslide

Skelet

Waarom hebben dieren een skelet?

  • Voor stevigheid 
  • Voor bescherming
    (Longen, schedel, enz.)

Slide 14 - Tekstslide

Skelet
Sommige dieren hebben geen skelet, veel daarvan leven in het water.
zeenaaktslak

Slide 15 - Tekstslide

Skelet

Inwendig skelet = binnenin 



Uitwendig skelet = aan de 

                           buitenkant

Slide 16 - Tekstslide



Slide 17 - Tekstslide

Het dierenrijk wordt in veel stammen verdeeld, een aantal die jij moet kennen zijn: 
Sponsdieren
Neteldieren
Weekdieren
Stekelhuidigen
Geleedpotigen
Gewervelden

Slide 18 - Tekstslide

1) Sponsdieren

Niet symmetrisch


Skelet van hoornvezel


Leeft op de bodem van de zee

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

2) Neteldieren

Veelzijdig symmetrisch


Geen skelet


Leven in het water


Vangen prooi met tentakels

Slide 21 - Tekstslide

3) Weekdieren

Tweezijdig symmetrisch


Meestal huisje of schelp


Of niet..... 

Het volgende filmpje bewijst dat deze octopus geen skelet heeft.


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

4) Stekelhuidigen

Veelzijdig symmetrisch


Inwendig skelet van kalk


Huid is bedekt met stekels of knobbels


Leeft in de zee

Slide 24 - Tekstslide

5) Geleedpotigen

Tweezijdig symmetrisch


Skelet is een pantser



betekent : ze hebben stukjes poten
aan de buitenkant

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

6) Gewervelden

Tweezijdig symmetrisch


Inwendig skelet



betekent : ze hebben een wervelkolom/ruggengraat

Slide 27 - Tekstslide

Van alle dieren op de wereld is dus meer dan 80% geleedpotigen. 

Slide 28 - Tekstslide

Vertakkingsschema
Tot je bij een soort komt. Een soort kun je niet verder indelen.

Slide 29 - Tekstslide

Doel: Dieren
  • Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.
  • Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.
  • Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes groepen dieren.

Slide 30 - Tekstslide

Maken Thema 1:

Huiswerk 19 december
Maken §3.2: 1 tm 5
+
Leren 3.1+3.2
KGT

Slide 31 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide