Laboratoriumonderzoeken-nabespreken

Laboratoriumonderzoeken-nabespreken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Laboratoriumonderzoeken-nabespreken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel
Een overzicht en interpretatie van de verschillende laboratoriumuitslagen vanuit de beginsituatie van mevrouw Yilmaz. 

Hoe? via deze lessonup aan de hand van quizvragen en/of informatie dia's. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verwacht je dat de waarde is van het Hb (hemaglobine) Yilmaz?
A
normaal
B
laag
C
hoger

Slide 3 - Quizvraag

Het meest waarschijnlijk is een lager Hb omdat ze bloedverlies aangeeft bij de ontlasting en ook haar eetpatroon laat te wensen over. 
Wat verwacht je van het Ht of hematocriet?
A
normaal
B
laag
C
hoger

Slide 4 - Quizvraag

De verwachting is dat deze te hoog is omdat ze ook door de slechtere vocht en voedingsinname vocht tekort heeft. 
HB/Ht 
8,5-11/mmmol/l (man)
7,5-10/mmol/l (vrouw)
Hb kan normaal, verlaagd of verhoogd zijn. Veel mensen met IBD hebben last van bloedarmoede en dus een lager hb.
Maar het kan ook nog normaal zijn wanneer er geen bloedverlies is.Of zelfs verhoogd zijn wanneer er geen sprake is van bloedverlies maar wel van uitdroging door b.v. veel diarree.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat verwacht je van het trombocyten
aantal bij mevrouw Yilmaz?
(150-400 x 109 / l)
A
normaal
B
laag
C
hoger

Slide 6 - Quizvraag

De meest voorkomende oorzaken van thrombocytopenie (tekort) zijn ontstekings-processen en infecties waardoor het beenmerg tijdelijk meer thrombocyten produceert. Hiervan is ook sprake bij de ziekte van Crohn.

Thrombocyten (bloedplaatjes) zijn kleine cellen in het bloed die verantwoordelijk zijn voor de eerste verdediging van het lichaam tegen bloedverlies. 

Een teveel aan trombocyten wordt trombocytose genoemd. Hierdoor ontstaat gevaar voor stolsels.

Wat verwacht je van de BSE (bezinkingssnelheid van de erytrocyten)?
A
normaal
B
laag
C
hoog

Slide 7 - Quizvraag

BSE is een indirecte meting van de ernst van ontsteking in het lichaam. Het meet eigenlijk het uitzakken van rode bloedcellen in een smal rechtopstaand buisje. Het resultaat is de hoeveelheid millimeter helder plasma dat na één uur bovenop in de buis drijft.

Acutefase-eiwitten kunnen verhoogd zijn bij infecties, auto-immuunziekte en kanker. Normaal zakken rode bloedcellen langzaam uit, maar acutefase-eiwitten en verhoogde concentraties van antistoffen in het bloed zorgen dat de rode bloedcellen sneller naar beneden zakken. 
De bezinking is een indirecte meting van de ernst van ontsteking in het lichaam. Het kan verhoogd zijn bij infecties, auto-immuunziekte en kanker.

Bezinking Snelheid Erytrocyten (BSE) 

De bezinking is een indirecte meting van de ernst van ontsteking in het lichaam. Het meet eigenlijk het uitzakken van rode bloedcellen in een smal rechtopstaand buisje. Het resultaat is de hoeveelheid millimeter helder plasma dat na één uur bovenop in de buis drijft.

Slide 8 - Tekstslide

Acutefase-eiwitten kunnen verhoogd zijn bij infecties, auto-immuunziekte en kanker. Normaal zakken rode bloedcellen langzaam uit, maar acutefase-eiwitten en verhoogde concentraties van antistoffen in het bloed zorgen dat de rode bloedcellen sneller naar beneden zakken. Dit zorgt voor een hogere bezinkingssnelheid.
De bezinking is een indirecte meting van de ernst van ontsteking in het lichaam. Het kan verhoogd zijn bij infecties, auto-immuunziekte en kanker

Leucocyten-4.0 – 10.0 x 109 /l




                                                                   Witte bloedcellen,afweerfunctie
Het aantal leukocyten is meestal normaal bij de ziekte van crohn; bij abcesvorming is leukocytose in de regel wel verhoogd.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

C-reactive proteïne < 10 mg/l 
Wat verwacht je bij mevrouw Yilmaz? 

Slide 10 - Tekstslide

Een C-reactief proteïne (CRP)-test is een bloedtest die wordt gebruikt om algemene ontstekingen op te sporen. Ontsteking is de natuurlijke reactie van het lichaam op infectie, ziekte of letsel, dus een CRP-test kan de eerste aanwijzing geven of er een soort ontstekingsaandoening optreedt.
Wat de bron van de infectie is moet nader worden onderzocht. 
De verwachting is dat hij wel verhoogd zal zijn bij mevrouw Yilmaz. 
De arts vraagt om de nierfuncties. Wat wordt er dan bepaald?
A
Natrium en Kalium
B
Ureum en creatinine
C
Natrium, kalium, ureum en creatinine
D
Natrium, kalium, ureum, creatinine en calcium

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Natrium (Na+) / 135-145 mmol/l  en kalium (K+) / 3,6 – 5,1 mmol/l
Elektrolyten omdat ze een positieve lading hebben.  De verwachting is dat beide binnen de normaal waarden zijn. 

  • K+  is vaak verstoord bij nierziekten en hevige diarree
  • Na+ wordt vaak bepaald om de vochtbalans te bepalen (Ondervulling hoog Natrium / overvulling (watervergiftiging) laag Natrium) 

Slide 12 - Tekstslide

K+: Het kalium is vaak verstoord bij nierziekten en hevige diarree. Het gebruik van bepaalde medicijnen zoals plaspillen (diuretica) zorgen ook vaak voor verlies van kalium.

Na- Natrium
Natrium is een zout ). Het natrium in het bloed wordt met name bepaald om uitdroging en problemen met de vochtbalans te beoordelen
Ureum; 3,7 -7,0 µmol/l en Creatinine  50-100 µmol/l (vrouw) /65-100 µmol/l (man) 
  • Ureum een afvalstofje bij verbranding van eiwitten in de lever, dit afvalproduct komt in het bloed waarna de nieren het filteren naar de urine.  Bij nierfalen blijft dit giftig stofje in het bloed. 
  • Creatinine is een afbraakproduct van de spieren. Het wordt continu door de nieren uit het bloed gefilterd en uitgescheiden in de urine. De concentratie van creatinine in het bloed is daarom een goede parameter voor het functioneren van de nieren. Hoe minder ze werken, hoe meer creatinine in het bloed.
  • verwachting is dat dit normaal is bij mevrouw Yilmaz 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Calcium speelt een rol bij de opbouw van botten, goed functioneren van spieren en belangrijk bij stolling.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Calcium is een van de meest belangrijke mineralen in het lichaam. Het is noodzakelijk voor het goed functioneren van spieren en zenuwen. Daarnaast speelt het een onmisbare rol bij de botstofwisseling en de bloedstolling.


Calcium  2,20 – 2.60 mmol/l
99% in de botten en 1% in het bloed te meten. 

Een afwijkend calcium in bloed is meestal een indicatie van een onderliggend probleem. 

Bij mevrouw Yilmaz is de verwachting dat calcium normaal is. 

Slide 15 - Tekstslide

Bij patiënten met nierziekten, schildklierafwijkingen, kanker of ondervoeding wordt het calciumgehalte gecontroleerd. Daarnaast wordt bij het testen op osteoporose, het broos worden van de botten, ook vaak het calcium bepaald.  bepaald.

Om dit probleem te achterhalen is meer onderzoek nodig, zoals fosfaat, magnesium, vitamine D, PTH en kreatinine. Vitamine D en PTH zijn hormonen die de calcium concentratie reguleren en meting van deze concentraties kan richting geven of het calcium afwijkend is door een probleem met de bijschildklier.
Ik verwacht dat het Albumine bij mevrouw Yilmaz verlaagd is.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

De hoeveelheid van een bepaald eiwit, het albumine, kan bij chronische darmziektes verlaagd zijn. Albumine wordt bij ontstekingen gebruikt voor het vormen van acute-fase eiwitten. 
Leverfuncties: ASAT, ALAT (enzymen) en LDH 

  • ASAT: Aspartaat aminotransferase 
  • ALAT:  Alanine aminotransferase
  • LDH: lactaatdehydrogenase: zorgt ervoor dat melkzuur weer omgezet wordt in 'pyruvaat een koolhydraat) 

Geen afwijkingen te verwachten bij mevrouw Yilmaz


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Hb1AC?
A
Hoeveelheid zuurstof gebonden aan het Hb
B
Hoeveelheid glucose gebonden aan Hb
C
Hoeveelheid eiwitten gebonden aan Hb
D
Hoeveelheid CO2 gebonden aan Hb

Slide 18 - Quizvraag

Deze waarde is een maat voor het gemiddelde van de bloedsuikerspiegel in de afgelopen weken. De afkorting staat voor Hemoglobine A1c. Hemoglobine A1c is een eiwit dat de rode bloedcellen zijn kleur geeft en waaraan suiker is gebonden.
Mogelijk > 7% Vanwege een actieve ontsteking in de darm kan de bloedsuiker ontregelt raken.
d
Glucose: 3.0 – 6.0 nuchter 4.0 – 10.0 na de maaltijd
Hb1AC : < 53 mmol/mol < 7%

Beide kunnen verhoogd zijn bij mevrouw Yilmaz. Ze is bekend met DM type II 

Door haar ziekte ontstaat stress in het lichaam waardoor de aanwezige insuline minder goed werkt (insuline resistentie) 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Albumine: 35-50 g/l
  • Meest voorkomende eiwit in het bloed. Gemaakt in de lever, zegt wat van de  leverfunctie. 
  • Belangrijk voor transport van hormonen, vitaminen e.d.
  • Belangrijke bouwstof voor acute-fase eiwitten (dus bij infecties) 
  • Waarschijnlijk lager bij mevrouw 

Slide 20 - Tekstslide

  • Albumine is het meest voorkomende eiwit in het bloed. Het wordt gemaakt in de lever en is daardoor een goede maat voor het functioneren van de lever.
  • Albumine zorgt voor het transport van verschillende stoffen door het bloed naar de lichaamscellen, zoals hormonen, vitaminen, geneesmiddelen en ionen zoals calcium.
Bilirubine < 20 µmol/l

  • Een afvalstof die ontstaat wanneer je lichaam hemoglobine (rode bloedkleurstof) afbreekt uit rode bloedcellen. 
  • Bilirubine wordt door de lever opgenomen uit het bloed en verwerkt. Wordt via de gal uitgescheiden met de ontlasting. (bruine kleur) 
  • Bij problemen kan deze  afvalstof in de huid en het oogwit  gaan stapelen wat een gelige kleur geeft. 

Slide 21 - Tekstslide

Geelzucht (icterus) is geen aandoening op zich, maar een verschijnsel van verschillende aandoeningen van de lever en galblaas. Geelzucht ontstaat door een te hoog gehalte van de stof bilirubine in je bloed. Bilirubine is een afvalstof die ontstaat bij de afbraak van een eiwit uit je rode bloedcellen. Het heeft een intens gele kleur, waardoor je bij een verhoogde concentratie van dit stofje in je bloed letterlijk geel gaat zien.
Mevrouw Yilmaz heeft grote kans op vitamine B12 tekort
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Normaal:  150 - 750 pmol/l (= picomol per liter)

Een onvoldoende opname van vitamine B12 door verteringstoornissen t.g.v. een chronische darmziekte.

Wat is 'Occult' bloed in de ontlasting
A
Bloed niet zichtbaar met blote oog
B
Bloed net zichtbaar met blote oog
C
Bloed dat op de ontlasting ligt, goed zichtbaar
D
Zwarte ontlasting door bloed.

Slide 23 - Quizvraag

Ontstekingen kunnen bloedverlies veroorzaken in de darmen.
Occult bloed is dus bloed dat niet zichtbaar is. In dit verband de aanwezigheid van sporen van bloed in de ontlasting (poep) die niet met het blote oog waarneembaar zijn. Normaal is er geen bloed in de ontlasting aanwezig. Dat kan wel het geval zijn bij bepaalde aandoeningen, zoals beginnende darmkanker.

Ontlasting 
Welk type ontlasting verwacht je bij de klachten van mevrouw Yilmaz en waarom? 

Slide 24 - Tekstslide

Bij de ziekte van crohn kunnen er onverteerbare voedselresten of slijm bij de ontlasting aanwezig zijn. Slijm bij ontstekingen en onverteerbare resten doordat een deel van de darmen niet goed functioneren. 
Calprotectine waarde < 30-50 mg/mL
  • Calprotectine is een ontstekingsremmend eiwit dat vrij komt wanneer bepaalde witte bloedcellen sterven
  • Bij Inflammatory Bowel Disease' (IBD) hopen zich grote hoeveelheden witte bloedcellen op in de darmwand. 
  • De gemeten hoeveelheid calprotectine in de ontlasting komt overeen met het aantal ontstekingscellen in het maag-darmkanaal en kan dus gebruikt worden als maat voor de ernst of activiteit van het ontstekingsproces.

Slide 25 - Tekstslide

Met de fecaal-calprotectinetest blijken huisartsen een inflammatoire darmziekte (IBD) veilig te kunnen uitsluiten bij mensen die alarmsymptomen hebben. Met deze test zijn we zelfs beter in staat te bepalen of er al dan niet een IBD aanwezig is dan met bloedonderzoek. In theorie kan de calprotectinetest onnodige verwijzingen naar het ziekenhuis voorkomen.
Vragen? 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee uit deze les naar de praktijk?

Slide 27 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies