Les 2 | SoPav | SMART doelen

• Praktisch Sociale Vaardigheden
• MBO
• Studiejaar 2

2021

SMART DOELEN

Formuleren

sociaal praktische vaardigheden 

Doel van deze les

• Aan het eind van deze les 
• - kun je SMART doelen formuleren.
• - weet je waar de letters SMART voor staan

PROGRAMMA

• herhaling vorige les: Samenwerken + kennismaken
• SMART uitleg en toepassen
• Opdracht tussendoor: maak een SMART doel voor jezelf.
• Nabespreken

Herhalen vorige les...

• Samenwerken 
• Wanneer ben je collegiaal?

SMART doelen

Waar staat SMART voor?

SMART doelen

Waarom is het beter om doelen te stellen die SMART zijn?

SMART doelen

• Duidelijk (voor iedereen) wat het resultaat moet zijn
• Minder vrijblijvend
• Je stelt een termijn
• Meer kans dat je je doel behaald 

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?

• Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
• Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
• Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
• Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Specifiek

• Voorkomen dat het doel vaag is.
• Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
• Wat wil je bereiken?
  
• Wie zijn erbij betrokken?
  
• Waar ga je het doel uitvoeren?
  
• Is het een concreet doel?
  
• Waarom wil je dit doel bereiken? 

Meetbaar 

Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.

 

Acceptabel

• Sluit het doel aan bij de opdracht?
• Je weet waarom je het doel wilt bereiken

Realistisch 

• Is het doel haalbaar?
• Niet te moeilijk en niet te makkelijk

Tijdgebonden

• Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
• Wanneer ben je klaar?
  
• Wanneer is het doel behaald? 

Waar moet je rekening mee houden

Wat is mijn doel, wat wil ik bereiken

Welk resultaat levert dat op (meetbare termen)

Is het doel bereikbaar (niet te moeilijk/makkelijk)

Is mijn realistische doel ook relevant

Sta ik wel achter mijn doel (acceptabel)

Zijn mijn doelen haalbaar op korte termijn

Wees positief

Ik.............  kan verklaren, benoemen ,begrijp ,pas toe, weet, heb inzicht in. 

(doe-meet- actie woorden)

Actie werkwoorden maken je doel specifiek en meetbaar

Voorbeeld

Dit weekend ga ik een appeltaart bakken voor mijn moeder.

Hulp vragen

SMART?

De maand december werk ik naast mijn contracturen, maximaal 8 uur extra.

SMART?

Ik ga de zolder dit jaar opruimen.

TIPS om doelen smart te formuleren 

Niet toepassen:

• meer
• beter

Wel toepassen:

• Ik kan
• Ik weet
• Ik ben 
• Ik wil

Opdracht

Beschrijf één doel wat je wilt bereiken.

- bedenk eerst het doel en maak deze dan SMART.

Na 4 minuten bespreek je met je medestudent!

Huiswerkopdracht

1) Beschrijf één doel wat je wilt bereiken op lange termijn.

- bedenk eerst het doel en maak deze dan SMART.

2) Noteer je doel uit de les én je feedback van medestudent!

Inleveren in Teams!