*Ik kan een tabel, schema, lijndiagram, cirkeldiagram en staafdiagram herkennen.
* Ik weet wat het verschil is tussen een rij en een kolom in een tabel en ken de begrippen horizontaal en verticaal.
*Ik kan een tabel, schema, staaf-, lijn- en cirkeldiagram aflezen en invullen.
*Ik kan informatie opzoeken in een schema, tabel, lijn-, staaf- en cirkeldiagram en kan er ook mee rekenen.
*Ik kan een patroon herkennen in een rij getallen, in een tabel en in een lijndiagram.
*Ik kan het patroon in een rij getallen, in een tabel of lijndiagram afmaken en/of mee rekenen.