2021 PW 2e W.O. (3 Havo)
1 / 31
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bekijk deze propaganda prent.
Hij zou gepubliceerd kunnen zijn vlak na drie van
de onderstaande gebeurtenissen?
Na welke gebeurtenis kan hij in elk geval
NIET zijn gepubliceerd?
Hij zou gepubliceerd kunnen zijn vlak na drie van
de onderstaande gebeurtenissen?
Na welke gebeurtenis kan hij in elk geval
NIET zijn gepubliceerd?
A
Na D-Day
B
na de Japanse aanval op Pearl Harbour
C
Na het begin van Operatie Barbarossa
D
Na de slag om Berlijn
Slide 2 - Quizvraag
Waarom was de wereld verbijsterd door het Nazi-Sovjet pact?
A
Nazi's en communisten waren juist elkaars ideologische vijanden
B
Hitler had beloofd een pact te sluiten met Groot-Brittannië en Frankrijk
C
Stalin had beloofd een pact met Groot-Brittannië en Frankrijk te sluiten
D
Frankrijk en Groot-Brittannië hadden beloofd een pact met Hitler te sluiten
Slide 3 - Quizvraag
Welke uitspraak is waar?
Verklaring I: De Blitzkrieg was een snelle en felle Duitse militaire campagne.
Stelling II: Een klein gebied in Frankrijk bleef onbezet door Duitsland.
Verklaring I: De Blitzkrieg was een snelle en felle Duitse militaire campagne.
Stelling II: Een klein gebied in Frankrijk bleef onbezet door Duitsland.
A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
alleen uitspraak I is juist
D
alleen uitspraak II is juist
Slide 4 - Quizvraag
De Slag om Engeland was:
A
een luchtoorlog tussen Groot-Brittannië en Duitsland waarin Groot-Brittannië overleefde
B
een zeeoorlog tussen Groot-Brittannië en Duitsland waarin Groot-Brittannië overleefde
C
een luchtoorlog tussen Groot-Brittannië en Duitsland waarin Groot-Brittannië werd verslagen
D
een zeeoorlog tussen Groot-Brittannië en Duitsland waarin Groot-Brittannië werd verslagen
Slide 5 - Quizvraag
Welke bewering over Operatie Barbarossa is waar?
Verklaring I: Stalin werd volledig verrast door de Duitse invasie
Verklaring II: Hitler geloofde dat de oorlog tegen de Sovjet-Unie voor de winter zou worden gewonnen
Verklaring I: Stalin werd volledig verrast door de Duitse invasie
Verklaring II: Hitler geloofde dat de oorlog tegen de Sovjet-Unie voor de winter zou worden gewonnen
A
Beide uitspraken zijn juist.
B
Beide uitspraken zijn onjuist.
C
alleen uitspraak I is juist
D
alleen uitspraak II is juist
Slide 6 - Quizvraag
Welke van de volgende redenen was de minst belangrijke reden voor het binnenvallen van de Sovjet-Unie?
A
lebensraum
B
graan en olievelden
C
het Verdrag van Versailles ongedaan maken
D
communisme vernietigen
Slide 7 - Quizvraag
Wat bedoelde Stalin met een "tweede front"?
A
een geallieerde aanval op Duits grondgebied in West-Europa
B
een Duitse aanval op Russisch grondgebied in Oost-Europa
C
een Russische aanval op Duits grondgebied in Oost-Europa
D
een geallieerde aanval op Duits grondgebied in Oost-Europa
Slide 8 - Quizvraag
Waar staat de term D-Day voor?
A
Device Day
B
Dispose of Day
C
Decision Day
D
Drive-back-the-Nazis Day
Slide 9 - Quizvraag
Wat was de belangrijkste reden voor president Truman om de atoombom te gebruiken?
A
De mogelijke kosten in Amerikaanse levens van een invasie waren te hoog.
B
Alleen dit nieuwe wapen zou de Japanners kunnen dwingen om over vrede te onderhandelen
C
De Amerikanen wilden de slachtoffers van Pearl Harbor wreken
D
Hiroshima was het militair-industriële hart van Japan
Slide 10 - Quizvraag
Wat gebeurde er met de Nederlandse regering nadat de Duitsers Rotterdam hadden gebombardeerd?
A
de regering inclusief koningin Wilhelmina gaf zich over aan de Duitsers
B
de regering inclusief koningin Wilhelmina vluchtte naar Londen
C
de regering, waaronder koningin Wilhelmina, werkte samen met de Duitsers
D
de regering inclusief koningin Wilhelmina vluchtte naar België
Slide 11 - Quizvraag
welke hoort er niet bij?
A
Februarie staking
B
‘Radio Oranje'
C
illegale krantjes
D
sabotage acties
Slide 12 - Quizvraag
Begrippen:
radio-uitzendingen vanuit Londen om het bezette Nederland moed in te spreken.
radio-uitzendingen vanuit Londen om het bezette Nederland moed in te spreken.
Slide 13 - Open vraag
Begrippen:
wegvoeren
wegvoeren
Slide 14 - Open vraag
Begrippen:
Grootschalige, goed georganiseerde, actie om mensen op te pakken.
Grootschalige, goed georganiseerde, actie om mensen op te pakken.
Slide 15 - Open vraag
Begrippen:
het idee van de nazi’s dat ze gebieden in Oost-Europa mochten veroveren om zo Duitsland sterker te maken.
het idee van de nazi’s dat ze gebieden in Oost-Europa mochten veroveren om zo Duitsland sterker te maken.
Slide 16 - Open vraag
collaboratie
aanpassen / passief verzet
actief verzet
Deze opdracht gaat over Nederland tijdens WO2. Sleep de teksten naar de juiste vakjes.
onderduiken om werken in Duitsland te ontlopen
lidmaatschap van de NSB
Onderdak geven aan Joden
de februari staking
luisteren naar Radio Oranje
illegale krantjes verspreiden
Een verklaring ondertekenen dat je een ariër bent
working in the German war industry
Duitse plannen saboteren
meevechten tegen de Russen aan het oostfront
De bioscoop verlaten tijdens een Duitse propagandafilm
Slide 17 - Sleepvraag
Sleep de namen, vlaggen en hotspots naar de juiste persoon.
Heinrich Himmler
Anton Mussert
Harry Truman
Jozeph Stalin
Winston Churchill
Slide 18 - Sleepvraag
Bekijk de spotprent. Hitler is van de ladder gevallen terwijl hij
een muur aan het behangen is. Het behangen lukt niet overal.
Wat wil de tekenaar met deze prent zeggen over de oorlog?
een muur aan het behangen is. Het behangen lukt niet overal.
Wat wil de tekenaar met deze prent zeggen over de oorlog?
Slide 19 - Open vraag
7a.
Sleep de tekstvakjes met gebeurtenis-sen uit de oorlog naar de juiste tijdstippen.
aug. 1939
juni 1941
nov. 1941
okt '42 - jan '43
vanaf feb. 1943
Duitse inval in de Sovjet-Unie stagneert.
Duitse leger wordt teruggedrongen richting Duitsland.
Duitse inval in de Sovjet-Unie. Start Operatie Barbarossa.
Slag om Stalingrad eindigt in een Russische overwinning.
Molotov-Von Ribbentroppact
Slide 20 - Sleepvraag
11a.
Sleep de tekstvakjes met gebeurtenis-sen uit de oorlog naar de juiste tijdstippen.
nov / dec 1940
feb - apr 1941
november 1942
na november 1942
Geallieerde overwinning bij El Alamein.
Duitse leger wordt, stap voor stap, uit Afrika verdreven.
Het Duitse Afrikakorps van Rommel dringt geallieerden terug.
Verrassingsaanval van Groot-Brittannië op Italiaanse troepen.
Slide 21 - Sleepvraag
Geallieerden
Asmogendheden
13. Zorg ervoor dat je weet wie tegen wie vocht....
Slide 22 - Sleepvraag
16. Sleep de tekstvakjes met gebeurtenissen uit de oorlog naar de juiste tijdstippen.
Market Garden
Capitulatie Duitsland
Atoombom Hiroshima
Ardennen
offensief
Slag bij Midway
D-Day
capitulatie Japan, einde 2e Wereldoorlog
Laatste offensief Duitse leger
Japan wordt teruggedrongen
Overwinning Geallieerden
in Europa
Mislukte Geallieerde luchtlandingsoperatie in NL
geallieerde invasie in Normandië (Frankrijk)
Slide 23 - Sleepvraag
root-Brittannië en Frankrijk concentreerden zich op de appeasement-politiek. Dit betekent dat:
A
Ze waren bereid toe te geven aan de eisen van Hitler om de vrede te handhaven
B
ze waren niet bereid toe te geven aan de eisen van Hitler om de vrede te bewaren
C
ze overtuigden Hitler om de vrede te handhaven
D
ze dwongen Hitler om de vrede te bewaren
Slide 24 - Quizvraag
welke hoort er niet bij?
A
conferentie van München
B
Soviet Unie
C
Chamberlain
D
appeasement
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
A. Welk bondgenootschap wordt
vertegenwoordigd door de
driekoppige reus? (noem ook de 3 landen)
vertegenwoordigd door de
driekoppige reus? (noem ook de 3 landen)
Slide 27 - Open vraag
B. Wat / wie vertegenwoordigt de jongen met de
katapulten zijn stenen?
katapulten zijn stenen?
Slide 28 - Open vraag
Look at the cartoon.
C. Wat vertelt de spotprent je over de
militaire situatie in 1942?
Gebruik de elementen uit de prent in je antwoord.
C. Wat vertelt de spotprent je over de
militaire situatie in 1942?
Gebruik de elementen uit de prent in je antwoord.
Slide 29 - Open vraag
Look at the cartoon.
D. Wat is de boodschap van de tekenaar?
(extra punt als je de referentie kunt uitleggen)
aan David en Goliath)
D. Wat is de boodschap van de tekenaar?
(extra punt als je de referentie kunt uitleggen)
aan David en Goliath)
