Het maken van een gezonde energie drank. (week 2)

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het produceren, verkopen, promoten en presenteren van een product

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • begroting maken
  • het product van de vorige les maken 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht
Jullie gaan in tweetallen budgetteren. Om een begroting te kunnen maken, moet je natuurlijk eerst weten wat een begroting nou eigenlijk is.
Een begroting is een overzicht van de te verwachten inkomsten (budget) en uitgaven. Dat is erg handig want het voorkomt dat je in de rode cijfers komt.

 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht
Hoe maak ik een begroting in Excel?

Als je een leeg Excel-document voor je hebt, dan zie je bovenaan op de horizontale as letters in alfabetische volgorde, aan de linkerkant zie je cijfers.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De opdracht
Op deze manier heeft elk vakje een “naam”.
Je kiest een vakje en je gaat naar boven voor de letter en naar links voor het cijfer.
Als er bijvoorbeeld wordt gesproken over vakje C3, dan ga je onder de C, 3 vakjes omlaag. De vakjes worden cellen genoemd. Dus vakje C3 heet eigenlijk cel c3.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

titel
In cel A1 typen we de naam van de begroting.
In dit geval dus “inkomsten en uitgaven“.
Nu zie je dat inkomsten en uitgaven niet in cel A1 past.
Om het probleem op te lossen selecteer je met je muis, de cellen 1A, 1B, 1C en 1D. Door je linker muisknop ingedrukt te houden en over de cellen te gaan. Laat de linker muisknop los.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Klik op de rechtermuisknop in cel 1A.
En ga naar celeigenschappen. Klik op het tabblad uitlijnen.
En zet een vinkje in cellen samen voegen. Klik op ok.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nu gaan we verder 
In cel A3 typen we budget.
Vervolgens typen we in cel B3 “bedrag”
In C3 zetten wij uitgave en in D3 schrijven wij bedrag. 





Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

valuta 
Vervolgens zetten we in A4 ons budget en daarachter het bedrag. 
Dit doen wij ook in C4 en D4. 
Het gaat natuurlijk om Euro, dus we willen graag
 het €-teken hiervoor zien staan.





Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Om voor het getal nog een € neer te zetten.
Selecteer je de cellen door op B4 te klikken.
En je muis naar beneden te trekken tot cel B26.
De cellen worden nu blauw.
Laat de muis knop los.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klik met je rechtermuisknop op B4.
En ga naar celeigenschappen.

Zet de cellen op valuta door daarop te klikken. En klik op ok.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selecteer nu A3 tot en met D26 door met je muis in cel A3 te klikken, de knop ingedrukt te houden en hem schuin naar beneden tot en met cel D26 te trekken. Ga daarna weer naar celeigenschappen. Zet de cellen op de juiste valuta door daarop te klikken. Druk op ok. 



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De computer laten uitrekenen

Nu gaan we de computer laten rekenen.
In cel B26 willen we de som van B4 tot B25.
Je doet dat door in cel B26 te klikken.
Vervolgens klik je met je muis op de functie AutoSom.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De computer laten uitrekenen

Nu gaan we de computer laten rekenen.
In cel B26 willen we de som van B4 tot B25.
Je doet dat door in cel B26 te klikken.
Vervolgens klik je met je muis op de functie AutoSom.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op:
  • Hoeveel suiker zit er in een blikje gemiddeld?
  • Welke stoffen zijn er aan toegevoegd?
  • Wat zijn de gevolgen van teveel energiedrank? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ter herhaling:
Jullie gaan in tweetallen een gezonde energie drank produceren.
  1. Bedenk een naam voor je gezonde drank.
  2. Ontwerp je verpakking.
  3. Vertel waarom jouw product gekocht moet worden.
  4. Voor welke doelgroep is het drankje bestemd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verpakking

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Verpakkingen veranderen met de jaren. (vernieuwingen)

Slide 22 - Video

Voorbeeld dat er logica moet zijn voor een gekozen verpakking.
Ontwerpen
Zorg dat de verpakking er aantrekkelijk uitziet. 
Wanneer hij in het schap staat moet het product direct de aandacht vangen.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ingrediënten lijst

Volgende week gaan jullie het product produceren. Het is dus belangrijk om te weten welke producten jij gaat toevoegen. 
Maak een lijst met ingrediënten.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De reclame poster

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeelden van een reclame poster. Inspiratie leerlingen.
Je kan aan het werk!
  1. Zorg dat je reclame poster er aantrekkelijk uitziet.
  2. Vertel dat het een nieuw product is. 
  3. Hoe heet het product?
  4. Wat is de prijs.
  5. Wat is de slogan
  6. wat maakt dit product zo speciaal. (vertel dit in één zin)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben jullie
vandaag geleerd?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is belangrijk bij een
reclame

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies