U3 les 2

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Mardi 17 décembre
Le programme pour aujourd'hui :
- Je begrijpt jouw fouten van de toets (PW U2);
- Je begrijpt de woorden van U3, Apprendre 1;
- Je kunt zinnen maken met de woorden van U3, Apprendre 1;
- Je kunt het werkwoord "écrire"(schrijven) in alle tijden vervoegen.

Slide 2 - Tekstslide

Je begrijpt jouw fouten van de toets (PW U2)
Tu regardes ton test.
Tu as une question ? Lève la main !




Klaar? Leer nog de woorden van U3, A1 (page 127)


timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Activité numéro 2
Je begrijpt de woorden van U3, Apprendre 1

Tu fermes le livre et tu vas sur LessonUp !

Slide 4 - Tekstslide

Pour avoir internet, tu dois avoir :
A
le wifi
B
une fausse nouvelle
C
un chargeur
D
un écran

Slide 5 - Quizvraag

"Il n'y a pas classe lundi", c'est :
A
un jeu vidéo
B
un tutoriel
C
une fausse nouvelle
D
une donnée personnelle

Slide 6 - Quizvraag

Ton login et ton mot de passe, ce sont :
A
tes données personnelles
B
des fausses nouvelles
C
du harcèlement
D
un ordinateur

Slide 7 - Quizvraag

Activité numéro 3
Je kunt zinnen maken met de woorden van U3, Apprendre 1.

Tu fermes le livre et tu vas seulement sur LessonUp !

Slide 8 - Tekstslide

Vertaal: Ik heb een wachtwoord.

Slide 9 - Open vraag

Vertaal: Ik gebruik een computer om te schrijven.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal: Juliette downloadt een computerspel.

Slide 11 - Open vraag

Activité numéro 4
Je kunt het werkwoord "écrire"(schrijven) in alle tijden vervoegen

Slide 12 - Tekstslide

écrire (présent)
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
écris
écris
écrit
écrivons
écrivez
écrivent

Slide 13 - Sleepvraag

"écrire" au passé composé : welke hulpwerwoord ?
être
avoir
je ne sais pas

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Tekstslide

ai écrit
as écrit
a écrit
avons écrit
avez écrit
ont écrit
J' ___
Tu ___
Il, elle, on ___
Nous ___
Vous ____
Ils, elles ___

Slide 16 - Sleepvraag

Comment tu fais le futur d'écrire ?

Slide 17 - Woordweb

Slide 18 - Video

Le verbe écrire futur, LET OP DE E VALT DUS WEG !

Slide 19 - Tekstslide

Et comment tu fais l'imparfait ?

Slide 20 - Woordweb

écrire à l'imparfait
  • La forme  de "nous" au présent :
  • nous écrivons
  • - ons gaat weg
  • stam: écriv-
  • + uitgang imparfait

Slide 21 - Tekstslide

uitgangen van de imparfait ?

Slide 22 - Woordweb

Ecrire - Imparfait
(schrijven)

J'écrivais
Tu écrivais
Il/Elle/On écrivait

Nous écrivions
Vous écriviez
Ils/Elles écrivaient

Slide 23 - Tekstslide

et le futur du passé (conditionnel) ?

Slide 24 - Woordweb

Le futur du passé (conditionnel) 
Stam van de futur
+
Uitgang van de imparfait

Slide 25 - Tekstslide

Le verbe écrire futur, LET OP DE E VALT DUS WEG !

Slide 26 - Tekstslide

Le futur du passé (conditionnel) 
Stam van de futur = écrir-
+
Uitgang van de imparfait

Slide 27 - Tekstslide

Ecrire au futur du passé (conditionnel)
: je... tu... il/elle/on...nous...vous... ils/elles...

Slide 28 - Open vraag

Les devoirs
Pages 105 et 106.

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoelen behaald?
- Je begrijpt jouw fouten van de toets (PW U2);
- Je begrijpt de woorden van U3, Apprendre 1;
- Je kunt zinnen maken met de woorden van U3, Apprendre 1;
- Je kunt het werkwoord "écrire"(schrijven) in alle tijden vervoegen.

Slide 30 - Tekstslide