Waarom is dit een typisch interdisciplinair kunstwerk? Benoem de disciplines die je herkent.
Slide 10 - Open vraag
Variations V is een goed voorbeeld van interdisciplinair kunstwerk. Leg dit uit.
Slide 11 - Open vraag
A
modernisme
B
postmodernisme
Slide 12 - Quizvraag
A
modernisme
B
postmodernisme
Slide 13 - Quizvraag
Wat is GEEN kenmerk van het postmodernisme?
A
"less is more"
B
Vermenging van stijlen
C
"less is a bore"
D
Stijl citaten
Slide 14 - Quizvraag
A
modernisme
B
postmodernisme
Slide 15 - Quizvraag
A
modernisme
B
postmodernisme
Slide 16 - Quizvraag
Bij welke kunstperiode behoort de slogan: 'Less is more'
A
Modernism
B
Postmodernism
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen hoge en lage kunst. Geef vervolgens van beide een voorbeeld
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Beschrijf hoe hoge en lage kunst samen komen in dit beeld.
Slide 20 - Open vraag
ANTWOORD
- ‘Lage’ kunst: het beeld van Michael Jackson is gebaseerd op populaire kunst: porseleinen beeldjes die meestal voornamelijk als versiering / decoratie worden gezien.
- ‘Hoge’ kunst: het beeld staat in een museum, een omgeving voor elitaire kunst.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Wat doet de kunstenaar met 'gewone' voorwerpen?
Slide 23 - Open vraag
ANTWOORD
Hij blaast ze op / maakt ze in groot formaat en maakt er een aantal kopieën van.
Slide 24 - Tekstslide
De kunstenaar spot met hoge kunst maar hij zou ook kritiek kunnen hebben op de moderne wereld. Waarop zou hij kritiek kunnen leveren met dit beeld?
Slide 25 - Open vraag
ANTWOORD
- Door een popster levensgroot en in goud af te beelden geeft Koons commentaar op dat we bekende popsterren vereren.
- Door een heel glad en gepolijst beeld te maken van een mens geeft Koons commentaar op mensen die mensen die erg bezig zijn met hun uiterlijk / mensen die erg bezig zijn met indruk maken op anderen.
- Door de stijl van een kitschbeeldje na te doen geeft Koons commentaar op de‘slechte’ smaak van mensen
Slide 26 - Tekstslide
Koons heeft het werk 3 keer gekopieerd.
Waarom sluit deze werkwijze aan bij het postmodernisme?
Slide 27 - Tekstslide
Discodans
Klassiek Ballet
musical/show
Slide 28 - Sleepvraag
Welke theatrale middelen zijn er? Bekijk je analyse schema.
Slide 29 - Open vraag
Wat is mise-en-scene
A
Wat wordt er gedaan met belichting tijdens een voorstelling.
B
Hoe maken de acteurs gebruik van het speelveld.
C
De scene die wordt uitgebeeld speelt zich in de mist af.
D
Het is een term die in de wetenschap wordt gebruikt.
Slide 30 - Quizvraag
I. Mise-en-scene valt onder 'aspecten van het spel' II. Handeling (gebruik van lichaam) valt onder 'aspecten van het spel'