In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ontdek de verschillende spierVORMEN
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het eind van de les kun je de verschillende spierVORMEN benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet je al over de verschillende spierVORMEN?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Skeletspieren
Skeletspieren zijn bevestigd aan je botten en helpen je bewegen.
Slide 4 - Tekstslide
Beschrijf de eerste vorm van spieren en geef voorbeelden.
Gladde spieren
Gladde spieren zijn te vinden in je organen en helpen bij het uitvoeren van automatische lichaamsfuncties.
Slide 5 - Tekstslide
Beschrijf de tweede vorm van spieren en geef voorbeelden.
Hartspieren
Het hart is een spier die het bloed rondpompt door het lichaam.
Slide 6 - Tekstslide
Beschrijf de derde vorm van spieren en geef voorbeelden.
Spiervezels
Spiervezels zijn de bouwstenen van spieren en zijn verantwoordelijk voor hun samentrekking.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat spiervezels zijn en hoe ze bijdragen aan de verschillende spierVORMEN.
Type I spiervezels
Type I spiervezels hebben een hoge weerstand tegen vermoeidheid en zijn betrokken bij activiteiten met een lage intensiteit.
Slide 8 - Tekstslide
Beschrijf het eerste type spiervezels en geef voorbeelden.
Type II spiervezels
Type II spiervezels zijn betrokken bij activiteiten met een hoge intensiteit en hebben een lage weerstand tegen vermoeidheid.
Slide 9 - Tekstslide
Beschrijf het tweede type spiervezels en geef voorbeelden.
Samenvatting
Je hebt geleerd over de verschillende spierVORMEN en hun functies, evenals de twee soorten spiervezels.
Slide 10 - Tekstslide
Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen van studenten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.