5. Examentraining Drama - toetsvoorbereiding voor schoolexamen (P2)

Klaar voor SE Drama?
Laatste tips voor schoolexamen:
hoe moet je leren?
wat moet je écht kennen?

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Klaar voor SE Drama?
Laatste tips voor schoolexamen:
hoe moet je leren?
wat moet je écht kennen?

Slide 1 - Tekstslide

Hoe moet je leren?
  • Leer de volgende documenten - zie Teams:  
- examentraining kunst drama 2324
- begrippen kunst drama 2324
- leerdoelen + begrippen deel 1, deel 2 en deel 3 in Lessonup

  •  Oefen (via Teams> examentraining) met
    Quizlet, LessonUp, Oefenexamen
  • Oefen een centraal examen (oefenen facet) en kijk na via examenblad.nl
> https://oefenen.facet.onl/facet/pages/oefen/start/ 


Slide 2 - Tekstslide

Wat moet je écht kennen?
  • Alle rijtjes (zie examentraining 2324)
  • Alle begrippen (zie begrippen kunst drama 2324)
  • Je moet begrippen kunnen toepassen op een nieuw voorbeeld
  • Bedenk bij elke vraag: welk begrip wordt hier getoetst? En laat in je antwoord zien dat je dat begrip kent
  • Beschrijf spel: wat je kunt zien en horen

Slide 3 - Tekstslide

Komt (bijna) altijd terug op het SE/CE
  • Spelgegevens: wie, wat, waar, wanneer, waarom
  • Theatrale middelen: spelgegevens, enscenering, materiële vormgevingsmiddelen)
  • Non-verbale uitingsmogelijkheden (=fysiek): mimiek, gebaren, houding
  • Verbale uitingsmogelijkheden: taalgebruik , stemgebruik (volume, klemtoon, pauzering, toonhoogte (intonatie),  tempo)
  • Andere kunstvormen: beeldende kunst, dans, literatuur, muziek, film
  • Functies: informeren / leren, amuseren, overtuigen en overhalen
  • Materiële vormgevingsmiddelen 

Slide 4 - Tekstslide

Veelvoorkomende begrippen

Slide 5 - Tekstslide

  • Vormgevingsmiddel
  • Karaktereigenschap
  • Non-verbale aspecten van expressie / fysiek spel / 
  • Schakelen
  • Citaten (tekst)
  • Kunstdisciplines
  • Spelgegevens
  • Theatrale middelen

  • Dialoog (clausen)
  • Stemgebruik
  • Hoge/lage status
  • Werkelijkheid
  • Spelwerkelijkheid
  • Mimiek
  • Denktekst
  • Contrast scene
  • Mise-en-scene

Slide 6 - Tekstslide

Cue
  • Dramatische tijd
  • Rol regisseur
  • Non verbaal spel (fysiek spel)
  • Verbaal spel
  • Speltechnieken
  • Innerlijk conflict
  • Motorisch moment
  • Contrast
  • Schakelen
  • Tableau vivant
  • Transformatie
  • Slow motion
  • Doorbreken vierde wand
  • Handelingen
  • Karaktereigenschappen
  • Associaties

Slide 7 - Tekstslide

  • Theatervormgevings- middelen
  • Totaaltje/speciaaltje
  • Denktekst
  • Doorbreken vierde wand
  • Regieaanwijzingen
  • Conflict
  • Kijkrichting op toneel
  • Motief
  • Tableau vivant
  • Metafoor
  • Functies theater
  • Mise-en-scene
  • Montagevoorstelling
  • Personages
  • Spelimpuls
  • Rolinterview
  • Speciaaltje
  • Speelstijl

Slide 8 - Tekstslide

Verwijzing werkelijkheid: nabootsing, typering, oefensituatie, omkering, metafoor en vrije verbeelding

 
Theatraal middel: enscenering, spelgegevens, materiële vormgevingsmiddel

Stemgebruik
Contrast
Theatervormen: (panto)mime, tragedie, komedie, poppenspel, performance, etc
Hoge/lage status
Werkelijkheid/ spelwerkelijkheid

Slide 9 - Tekstslide

Tips maken examenvragen
- Als je begrippen goed geleerd hebt, hoef je niet veel op te zoeken
- Markeer de kern van de vraag
- Check of je evenveel antwoord-elementen hebt gegeven als gevraagd worden (zie score-aantal)
- Video- en audiobronnen kun je pauzeren (doe dat dus ook als je wat relevants ziet of hoort)

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen met oefentoets
Zie Teams- ga aan de slag met de oefentoets

Slide 11 - Tekstslide

Heel veel succes!
ps. maak de dialoogvraag en sla deze niet over

Slide 12 - Tekstslide