Geschiedenis - Carnaval

Carnaval
Carnaval
"Vasteloavend"
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidGeschiedenisBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Carnaval
Carnaval
"Vasteloavend"

Slide 1 - Tekstslide

CARNAVAL ?

Slide 2 - Woordweb

9

Slide 3 - Video

01:02
Waar ligt de oorsprong van Carnaval?
A
Prehistorie
B
Middeleeuwen
C
Jagers en verzamelaars
D
1900

Slide 4 - Quizvraag

03:45
In welk gebedshuis wordt Vasteloavend gevierd?
A
Katholieke kerk
B
Tempel
C
Synagoge
D
Moskee

Slide 5 - Quizvraag

04:18
Wie mogen vastelaovend vieren?
A
Alleen Christenen en Katholieken
B
Iedereen

Slide 6 - Quizvraag

04:52
Wat betekent: Carnaval?
A
Vrijheid
B
Laten we proosten
C
Weg met het vlees
D
Feest vieren

Slide 7 - Quizvraag

05:31
Waar komt het woord: 'Vasteloavend' vandaan?
A
De avond voor het vasten
B
De Limburgse term van carnaval
C
Zo noemen we het feest
D
Dit woord hebben we gevonden op straat

Slide 8 - Quizvraag

07:12
Bij welke carnaval hoort deze muziek?
A
Rijnlandse
B
Limburgse
C
Hollandse
D
Bourgondische

Slide 9 - Quizvraag

07:27
Bij welke carnaval hoort deze muziek?
A
Rijnlandse
B
Limburgse
C
Hollandse
D
Bourgondische

Slide 10 - Quizvraag

09:19
Waarom is het getal 11 zo belangrijk?
A
Dat is een mooi getal
B
Dat is het gekke getal
C
Dat is een helige getal
D
Dat is het volmaakte getal

Slide 11 - Quizvraag

09:50
Wat is de oorsprong van de 'Vastelaoves groet'?
A
Brabant
B
Dusseldorf
C
Limurg
D
Keulen

Slide 12 - Quizvraag

5

Slide 13 - Video

01:25
Waar komt het verkleden vandaan?
A
De Lakeien
B
De Grieken
C
De Romeinen
D
Van Adel

Slide 14 - Quizvraag

01:32
Waarom verkleden mensen zich?
A
Om plezier te hebben
B
Om niet herkenbaar te zijn
C
Om samen te zijn
D
Om grappig te doen

Slide 15 - Quizvraag

06:28
Waar kun je muziek bij de carnaval mee vergelijken?
A
Mayonaise bij de friet
B
Slagroom op een stuk vlaai
C
Kers op de taart
D
Curry op een curryworst

Slide 16 - Quizvraag

09:39
Hoe heet een bandje die carnavalsmuziek spelen?
A
Sjaken
B
Hermenie
C
Fanfare
D
Joekskapel

Slide 17 - Quizvraag

10:48
Hoe heet het als iemand grapjes maakt op het podium met de carnaval?
A
Joker
B
Buut
C
Nar
D
Grap

Slide 18 - Quizvraag

10

Slide 19 - Video

00:49
Wanneer ontstond de eerste carnavalsvereniging?
A
1998
B
2005
C
1840
D
1860

Slide 20 - Quizvraag

01:26
Wie zitten er bij een carnavalsvereniging?
A
Heren
B
Vrouwen
C
Heren en Vrouwen
D
Alleen Volwassenen

Slide 21 - Quizvraag

02:06
Hoe is een vorst te herkennen?
A
Aan zijn steek
B
Aan zijn pak
C
Aan de veren in de steek
D
Aan een medaille

Slide 22 - Quizvraag

02:54
Waar komen de veren van de steek vandaan?
A
Eend
B
Fazant
C
Ijsvogel
D
Pauw

Slide 23 - Quizvraag

04:02
Wie dragen met de vastelaovend veren?
A
Alleen prinsen
B
Alleen vorsten
C
Alleen prinsen en vorsten
D
Prinsen, vorsten en voorzitters

Slide 24 - Quizvraag

05:19
Hoe heet de gangmaker van de carnvalasverenging?
A
Joker
B
Nar
C
Jester
D
Grappenmaker

Slide 25 - Quizvraag

06:47
Wat is de sleuteloverdracht?
A
Macht overdragen
B
Sleutel van het gemeentehuis overdragen
C
Verantwoordelijkheid overdragen

Slide 26 - Quizvraag

08:23
Wat vindt tegenwoordig de opening van de vastelaovend plaats?
A
Statieplein (Roermond)
B
Vrijthof (Maastricht)
C
Zoepkoel (Venlo)
D
Stadsplein (Sittard)

Slide 27 - Quizvraag

09:40
Hoe heet de dag na de carnaval?
A
Snowoensdag
B
Mamaandag
C
Wawoensdag
D
Aswoensdag

Slide 28 - Quizvraag

10:18
Wat doe je nog meer op Aswoensdag?
A
Het Askruisje halen in het gemeentehuis
B
Het Askruisje halen in de kerk
C
Het Askruisje halen in De Spil
D
Het Askruisje thuis krijgen

Slide 29 - Quizvraag