3.3 Europa en de Wereld

3.3 Europa en de wereld
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

3.3 Europa en de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

3.3 Europa en de wereld
In deze paragraaf leer je:
  • hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw.
  • hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden. 
  • hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden. 

Kenmerkend aspect: 
Ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je:
  • hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw.
  • hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden.
  • hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden.



Kenmerkend aspect:
Ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.



Slide 4 - Tekstslide

Handel op de hele wereld 
  • 1595: begin van de handel tussen de Republiek en Zuidoost-Azië. 

  • Rijke handelaren richten compagnieën (handelsmaatschappijen) op om handel te drijven met de inheemse inwoners. 

  • Er ontstaat in de 17e eeuw een wereldeconomie (economisch systeem van wereldwijde handelscontacten). 


Slide 5 - Tekstslide

Welke producten?
  • Suikerriet: Zuid-Amerika
  • Thee: China, later India
  • Koffie: Arabische regio, later ook Amerika
  • Tabak: Amerika
  • Specerijen: Zuidoost-Azië
  • Katoen: India, later Noord-Amerika

Slide 6 - Tekstslide

  • Invloed vraag en aanbod!
  • Suiker was aanvankelijk een luxeproduct, tot de 17e eeuw.... 
  • Suiker wordt dan steeds goedkoper en raakt in trek bij de 'gewone burger'.
  • De productie en consumptie van suiker creëert veel werkgelegenheid!
Suikerrietplantage in Zuid-Amerika

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Atlas Major
1662




Door de Europese expansie nam de kennis over de wereld toe. 
De Amsterdamse familie Blaeu brengt een grote hoeveelheid kaarten
en tekeningen uit, gebundeld in een serie boeken: de Atlas Major

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Hoe kunnen we de Atlas Major koppelen aan zowel handelskapitalisme als wereldeconomie?

Slide 12 - Open vraag

Europese expansie in Azië 
  • 16e eeuw: Portugezen stichtten in Zuid- en Oost-Azië factorijen (handelsposten met kantoren en pakhuizen).

  •  17e eeuw: Portugezen behielden enkele kolonies in India, China en Afrika, waar zij handelden in goederen en slaven. 

  • De Portugezen concurreerden vanaf de 17de eeuw met de Engelsen en Nederlanders.
Het Portugese wereldrijk

Slide 13 - Tekstslide

Van voorcompagnieën naar de VOC 
  • Vóór de oprichting van de VOC in 1602 waren er ook al handelsmaatschappijen (voorcompagnieën). 

  • Volgens een tijdgenoot "zeilde de compagnieën elkaar het geld uit de beurs en de schoenen van de voeten".

  • De Staten-Generaal besluit dat alle compagnieën moeten opgaan in één bedrijf

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je:
  • hoe de handel tussen alle werelddelen groeide in de 17e eeuw.
  • hoe Europeanen hun activiteiten in Azië en Oost-Afrika uitbreidden.
  • hoe Europeanen hun activiteiten in Amerika en West-Afrika uitbreidden.



Kenmerkend aspect:
Ontstaan van handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.



Slide 16 - Tekstslide

De Verenigde Oost-Indische Compagnie
  • Monopolie op de handel in Azië (de prijzen blijven hierdoor laag en de winsten hoog).
  • Mocht verdragen sluiten met plaatselijke vorsten.
  • Het bouwen van forten , het gebruik van geweld en oorlog voeren was toegestaan
  • Gouverneur-generaal werd de leider in Azië.
  • Batavia werd het hoofdkwartier in Azië.
Jan Pietersz. Coen
Het kasteel van Batavia

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Het grootste bedrijf ter wereld
  • Meer dan 20 000 zeelieden, soldaten en andere werknemers in dienst

  • De grootste werkgever van de Republiek (enorme scheepswerven en pakhuizen)

  • Tientallen factorijen in Azië en onderweg op de route naar Azië

  • Eerst vooral peper en specerijen, later allerlei producten. 



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Genocide: volkerenmoord; bewust een bepaald(e) volk/groep/stam proberen te doden. 

Slide 21 - Tekstslide

De Verenigde Oost-Indische Compagnie:
  • Monopolie
  • Verdragen sluiten
  • Forten, geweld en oorlog
  • Batavia
  • Gouverneur-generaal (Jan Pietersz. Coen)
  • Grootste bedrijf ter wereld
  • Factorijen en pakhuizen over de hele wereld
  • Dus veel rijkdom voor de Republiek ....

Maar wel bereikt door:
  • veel geweld en grote moordpartijen in Oost-Indië!

Slide 22 - Tekstslide

  • Werkgever-werknemer verhouding komt duidelijk naar voren met de VOC. 
  • Er was tussen de VOC-lieden en binnenlandse vorsten zowel sprake van vreedzame overeenstemming als van geweld (denk aan J. P. Coen en de Banda-eilanden). 
  • Ook Engelsen stichtten factorijen en kolonies in Azië (East Indian Company).  

Slide 23 - Tekstslide

Europese expansie in Amerika en Afrika
  • Net als Spanje en Portugal stichtte de VOC in de 17e eeuw ook kolonies in Amerika en factorijen in West-Afrika. 
  • 1621: oprichting WIC (West-Indische Compagnie). 
       Doel(en) oprichting: 
       - oorlog tegen Spanje (kaapvaart)
       - driehoekshandel 
  • Verovering van de Caribische eilanden door de WIC. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Piet Hein 
Zilvervloot

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

De gedachte achter 'Slave Songs'....
  • 'Ontsnappingen en ontsnappen aan de ellende'.  
Voorbeelden volgende dia's:
- Drinking Gourd
- Strange Fruit

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Werkvorm: Strange Fruit
Je hebt zojuist naar het liedje geluisterd van Billie Holiday (met NL vertaling). 
Beantwoord de bijbehorende vragen. 

Bijbehorende vragen
1. Leg uit wat voor emotie de zangeres uitstraalt tijdens het zingen van dit lied (is ze blij, verdrietig, wanhopig, etc.?).
2. Naar wie zou de zangeres verwijzen met de woorden ‘vreemde vrucht’? Schrijf ook op waaraan je dat kunt afleiden.
3. Wat is er volgens de zangeres gebeurd in het liedje? Leg dit uit in minimaal 2 en maximaal 4 zinnen.

Slide 33 - Tekstslide

Ondergang VOC (1799)

Intern:
- VOC té afhankelijk van financiële en militaire steun staat. 
-Corruptie bestuur VOC. 
- Financiën: salarissen VOC. 

Extern:
- Financiën: oorlog. 
- Verlies van handelsmonopolies.
- Concurrentie koloniale machten (Eng + FR). 
 

Ondergang WIC (1791) 

Intern:
- Nederlandse particulieren dreven handel buiten de compagnie om.
- Corruptie bestuur VOC. 
- Financiën: slecht beheer van geld.

Extern:
- Financien: Oorlogen (Vierde Engelse Oorlog gaf de genadeslag) en dure slavenhandel. 
- Compagnie verloor terrein aan concurrenten.
- Verlies koloniën. 


Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video