Hobbys

Hobbys
Was sind deine Hobbys?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Hobbys
Was sind deine Hobbys?

Slide 1 - Tekstslide

spelen
dansen
voetballen
naar muziek luisteren
tekenen
paardrijden
gamen
spielen
Musik hören
tanzen
gamen
zeichnen
Fußball spielen
reiten

Slide 2 - Sleepvraag

Sieh dir das Video an. Was hörst du?
"Meine Hobbys ...."
A
sein
B
ist
C
sind
D
bin

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Mijn hobby is...
1 hobby = Mein Hobby ist...

Mein Hobby ist Fußball spielen.

2 of meerdere hobby's = Meine Hobbys sind...

Meine Hobbys sind reiten, zeichnen und Fußball spielen.

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zeg je hier wat mijn enige hobby is?



A
Meine Hobbys sind gamen
B
Mein Hobby ist gamen
C
Mein Hobbys sind gamen und Musik hören

Slide 6 - Quizvraag

Hoe zeg je hier wat mijn hobby's zijn?


A
Mein Hobby ist schwimmen und tanzen
B
Mein Hobby ist schwimmen
C
Meine Hobbys ist schwimmen und tanzen
D
Meine Hobbys sind schwimmen und tanzen

Slide 7 - Quizvraag

Hoe schrijf je: "Mijn hobby's zijn zingen en naar muziek luisteren" in het Duits.

Slide 8 - Open vraag

Hoe schrijf je: "Mijn hobby is voetballen?" in het Duits

Slide 9 - Open vraag

Beschrijven (blz. 26)
langweilig
toll
blöd
leicht
schwierig
schön

Slide 10 - Tekstslide

Wat is "Dansen is moeilijk?" in het Duits
A
Tanzen ist schön
B
Tanzen ist blöd
C
Tanzen ist schwierig
D
Tanzen ist leicht

Slide 11 - Quizvraag

Wat is "Naar het zwembad gaan is saai"? in het Duits
A
Ins Schwimmbad gehen ist toll
B
Ins Schwimmbad gehen ist langweilig
C
Ins Schwimmbad gehen ist schön
D
Ins Schwimmbad ist leicht

Slide 12 - Quizvraag

Hoe schrijf je: "Zingen is leuk" in het Duits?

Slide 13 - Open vraag

Ich finde
Ik vind dansen moeilijk = 
  Ich finde Tanzen schwierig
  Tanzen finde ich schwierig

Ik vind voetballen leuk = 
  Ich finde Fußball spielen toll
  Fußball spielen finde ich toll

Slide 14 - Tekstslide

Hoe schrijf je: "Ik vind gitaar spelen moeilijk" in het Duits?
A
Ich finde Gitarre spielen langweilig
B
Ich finde Gitarre spielen schwierig
C
Gitarre spielen ist schwierig

Slide 15 - Quizvraag

Hoe schrijf je: "Gamen vind ik stom" in het Duits?
A
Gamen ist schön
B
Ich finde Gamen blöd
C
Gamen finde ich blöd
D
Gamen ist blöd

Slide 16 - Quizvraag

Laatste opdracht. Schrijf op:
"Zwemmen vind ik leuk. Mijn hobby is zwemmen."

Slide 17 - Open vraag